zaterdag 28 april 2018

Die verrekte beperkte belastbaarheid!


Vorige keer beschreef ik hoe ik tijdens de eerste periode therapie met mijn neus op de feiten werd gedrukt. Dat was niet de enige keer en het zal ongetwijfeld ook niet de laatste keer zijn. En toch, ondanks de lessen die ik inmiddels heb geleerd, heb ik er nog steeds af en toe moeite mee als ik tegen mijn grenzen aan loop.

Zo was ik met het eerste weekend dat het eindelijk een beetje mooi weer was, een paar weken terug, drie dagen achter elkaar een half uurtje in de tuin bezig geweest. Beetje onkruid trekken, beetje snoeien en wat opruimen. Gewoon rustig aan genieten van het mooie weer, de plantjes die opkwamen en mijn eigen gerommel daar tussendoor. En vooral dat dat weer kon en dat ik er energie voor had.
Na dat half uurtje merkte ik dat het genoeg was geweest voor mijn lichaam. Dat als ik door zou gaan ik over de grens zou stappen en dat het dan werken zou gaan worden in plaats van ontspanning. Dus ook daar was ik tevreden over, dat ik de grens zo mooi op kon merken.
En toen kreeg ik dag vier de rekening gepresenteerd en bleek dat die drie keer er één teveel was geweest. Eigenwijs als ik ben probeerde ik alsnog wat te gaan doen in die tuin, want ja, voorheen deed ik de hele tuin in een middag en nu was ik nog niet eens halverwege en ik was het toch écht van plan geweest. Maar na een kwartiertje moest ik erkennen dat het toch beter was om het te laten liggen tot een volgend mooi weekend. En daar werd ik stiekem best wel even een beetje chagrijnig van. Van dat mijn belastbaarheid blijkbaar nog zo beperkt is dat ik niet eens meer dan een paar keer een half uurtje in de tuin kan werken.


Ik weet echt wel dat ik heel erg tevreden mag zijn met wat ik heb gedaan. Dat het beter is om te kijken naar wat er wél is gelukt en dat het helemaal niet erg is om tot de conclusie te komen om de volgende keer eerst maar eens twee dagen een half uurtje te gaan rommelen. Maar toch wil ik stiekem meer doen dan ik kan, wil ik dat het sneller gaat en mis ik het gevoel van kunnen aan- en doorpakken.
 
Maar het laatste dat ik wil is van deze blog een klaagmuur maken. Daar schiet niemand wat mee op en ik al helemaal niet. En ik weet ook dat in deze actie één van mijn valkuilen zit, namelijk die van teveel actie. Zoals ik al eerder heb gezegd, van te snel te veel willen. Van iets bedenken en dat meteen uit willen voeren, ongeacht wat en dus met het risico van mezelf flink voorbij te lopen. Wat ook al regelmatig is gebeurd. In dat licht gezien is het niet eens zo erg om met mijn grenzen geconfronteerd te worden.

En zo probeer ik het dan ook maar te blijven zien. Ik mag best even balen, dat hoort er ook bij, maar daar ga ik niet in blijven hangen. Na een poosje (en hier en daar mijn hart flink luchten) is het weer genoeg en wil ik kijken naar wat ik wél kan en doe en naar de stappen die ik de goede kant op aan het zetten ben. Hoe klein ze ook zijn, ze zijn er wel!

vrijdag 13 april 2018

Eerste periode behandeltraject.


Inmiddels zit de eerste periode van zes weken therapie er bijna op. Het omvat twee keer in de week ongeveer anderhalf tot uiteindelijk zo’n twee uur fysieke training en tien gesprekken met een psycholoog verdeelt over de hele periode. De afspraken staan in de middag gepland en dat is maar goed ook, want daarna doe ik niet veel meer. In totaal moet ik achttien weken, tot ergens halverwege juli.
Het allereerste begin was euforisch, na een keer of vier kelderde dit gigantisch hard omlaag, waarna ik vervolgens langzaam weer wat omhoog krabbelde.

De fysieke training ziet er als volgt uit. Als ik binnen kom mag ik eerst een minuut of tien wandelen of fietsen op de loopband of de hometrainer, net wat er vrij is. Meestal stap ik op de fiets, op mijn gemakje even opwarmen. Daarna maken we een rondgang met open en gesloten oefeningen. Bij deze oefeningen trainen we de houdingsspieren in de nek, rug en schouders op uithoudingsvermogen, kracht en mobiliteit. Je moet hierbij denken aan een combinatie van fitnessapparaten 2.0 en de meer gewone trainingsmaterialen.
Bij de gesloten oefeningen worden er met behulp van die fitnessapparaten 2.0 bepaalde delen van mijn lichaam vastgezet zodat ik andere delen heel geïsoleerd kan trainen, opbouwend in gewicht. Je kunt letterlijk geen kant op, behalve die waar het apparaat op is gemaakt, dat bepaalt de richting van je beweging. En dat was best even wennen.
Vooral diegene waarbij ik vastgesnoerd zit als in een achtbaanwagentje en er een steun met (nu nog redelijk licht) gewicht tegen mijn achterhoofd aan staat. Ik moet dan mijn kin intrekken en mijn hoofd rustig naar beneden bewegen en weer terug. Deze oefening doet een groot beroep op de spieren in mijn nek, precies het gebied waar ik klachten op heb en was in het begin enorm spannend. Bij een ander apparaat draai ik mijn benen van links naar rechts vanuit mijn middel, of ik beweeg mijn onderarm van binnen naar buiten en daarna andersom in een of andere armsteun, waarbij vooral en bijna ongemerkt de schouderspier getraind wordt.
De meest spannende kwam pas halverwege deze periode aan bod. Al bleek die toen gelukkig een stuk minder spannend dan het eruit zag. Daarbij zit ik in een soort van pilotenstoel, krijg ik een helm op mijn hoofd en moet ik die van links naar rechts bewegen.
Bij de open oefeningen voeren we in feite dezelfde bewegingen uit, alleen moet ik het nu zelf meer sturen en beheersen. Er zijn stokken, handgewichten en wat meer gewone fitnessapparaten om me daarbij te helpen. Al zijn ze voor mij alles behalve gewoon, omdat ik er totaal geen ervaring mee heb. Tot afgelopen week nog moest ik elke keer kijken hoe de fysiotherapeut de oefening uitvoerde voordat ik het zelf een beetje fatsoenlijk na kon doen.
Tijdens de oefeningen word ik heel goed in de gaten gehouden door de begeleidende fysiotherapeut, zodra het niet goed voelt grijpt hij in. Ook de enkele keer dat hij dat eerder zag dan ik het voelde, wat erg prettig was en waardoor ik ook elke keer weer wel de oefeningen in durf te stappen. Daarnaast vliegen er de nodige grappen door de oefenruimte, wat het luchtig maakt voor mij en voor de twee andere cliënten die er aan het werk zijn.

Bij mijn tweede training opperde de fysiotherapeut dat ik voortaan af zou sluiten met de loopband en daarop een hardloopschema zou gaan opbouwen. Dit was namelijk de snelste manier om weer in conditie te komen en wat van die kilo’s kwijt te raken die ik de afgelopen maanden cadeau heb gekregen. Hij vond dat beter bij mij passen dan de fiets, als danstherapeute. En ik weet niet waar het hem precies in zat, maar tot mijn eigen stomme verbazing nam ik de uitdaging aan en jogde ik vervolgens vier keer twee minuten afgewisseld met twee minuten lopen en ging dat niet eens zo heel erg slecht! En dat terwijl ik al maanden (wat zeg ik, al jaren…) heel hard roep dat ik nooit ga hardlopen omdat ik daar een hartgrondige hekel aan dacht te hebben. Mijn man is, als fanatiek loper, er nooit in geslaagd mij zo gek te krijgen. Komt er ineens een fysiotherapeut om de hoek kijken die het in no time voor elkaar krijgt! Die komt dus van goede huize…
Afijn, dit gaf natuurlijk wel een kick, dat ik dat gewoon voor elkaar kreeg zonder met mijn tong op mijn knieën te hangen. Stiekem vond ik het zelfs wel lekker, om gewoon heel simpel te bewegen, zonder er verder bij na te hoeven denken. Ergens ook best logisch als je bedenkt dat ik niet voor niets danstherapeute ben geworden. Dan moet je wel van bewegen houden!

Nog twee trainingen later herstelde ik niet goed meer en kwam ik in een behoorlijke dip. Ik bleef moe en landerig, kon niet meer genieten van de stappen die ik inmiddels had gezet en had thuis het gevoel dat er niets meer uit mijn handen kwam. Ze hadden dit snel in de gaten en er werd een comfortzone training ingelast, wel bewegen, maar even niet verder opbouwen. Dat hielp al wat. Maar wat me vooral goed deed was de nuchtere reactie van de fysiotherapeut. Dat ik het prima deed voor een beginneling. Omdat ik gewend was om te bewegen, in beweging was gebleven én voorwerk had geleverd bij mijn eerdere fysiotherapeut. Daarom hoefde ik niet helemaal vooraan te beginnen. Het liet ook zien dat dit dus mijn belastbaarheid van dit moment was en dat dit best even confronterend mocht zijn, maar dat dit ook weer duidelijk maakte waarom ik daar kwam en dat ik er niet voor niets zat. En vooral dat het echt niet in één keer van (bijna) nul naar 100 kan of hoeft, wat ik natuurlijk wel het liefste had gewild.


Ik werd dus weer even met de neus op de feiten gedrukt, er opnieuw aan herinnerd dat ik de tijd voor herstel kan, mag én moet nemen en dat ik prima bezig ben en vooral zo door mag en wil gaan. Wat ik dus ook zeker ga doen! Wordt vervolgd.




Iedereen een rugzak

Enig tijd terug alweer, zat ik in een bijzonder gesprek waar het onderwerp ‘rugzakje’ ter sprake kwam. Het zette een en ander mooi in pers...