zaterdag 22 december 2018

Kerststress? Dit jaar niet!


Zo aan het eind van het jaar heb ik de neiging om even achterom te kijken. En dit jaar eindigt toch echt wel heel anders dan vorig jaar.
De scherpe randjes zijn van mijn klachten af, de spanningen op mijn nek een stuk minder, ik slaap beter en ik kan me weer bewegen zonder al te duizelig te worden.
Het lukt me over het algemeen aardig om de balans tussen inspanning en ontspanning in evenwicht te houden en het begint een gewoonte te worden om alles op mijn dooie gemakje te doen.


Dit betekent ook dat ik (meestal) een stuk relaxter bezig ben. Dat merk ik nu vooral in de aanloop naar de kerstdagen toe. Ik sta daar echt heel anders in.
Waar ik voorheen een heel plan had van wat ik wanneer zou gaan doen, heb ik nu een globaal idee in mijn hoofd. Per dag bekijk ik wat ik doe, wat er nodig is en waar ik zin in heb.
En dan blijken die voorbereidingen ineens een manier om heerlijk creatief bezig te kunnen zijn! En dat is toch wel een interessant gegeven waar ik wat nader naar wil kijken.


Er worden in deze tijd heel wat artikelen geschreven wordt over ‘kerststress’. Als ik deze lees, lees ik daaruit vooral de enorme hoeveelheid werk die men wil verzetten. Met de nadruk op het woord willen. Want wat wil men dan veel!
Een diner op tafel zetten dat restaurantwaardig is, het huis niet alleen in kerstsfeer aangekleed, maar ook nog van onder tot boven blinkend schoon en opgeruimd. Kinderen gestreken en gepoetst en als het even kan zelf ook nog mooi opgedoft. De meeste mensen combineren dit met een baan en komen dan aardig onder tijdsdruk te staan.
Zo is het hier ook wel gegaan. Terwijl ik in de keuken aan wat hapjes stond, was ik in mijn hoofd bezig met wat er allemaal nog meer moest gebeuren. Rust? Dat kwam na de kerstdagen wel weer! Herkenbaar?


Maar waar gaat kerst uiteindelijk echt om en wat maakt dat het nu ineens zo relaxed kan gaan?
Voor een deel helpt het zeker dat wij al een aantal jaar kerst als gezin vieren, we hoeven nergens heen en er komt niemand langs. Dat doen we tegenwoordig met oud en nieuw.
Eten? Graag en veel, maar de kinderen vinden het leuk om te helpen met koken en gourmetten is favoriet, dat heeft weinig voorbereiding nodig. En het scheelt natuurlijk ook heel erg dat ik nog geen nieuwe baan heb en dus de tijd om alle klusjes over meerdere dagen te verdelen.
Zo heb ik de boodschappen in delen gedaan, ben ik een paar dagen bezig geweest met de ramen versieren en ga ik de komende dagen aan de slag met het maken van wat lekkere hapjes, elke dag een beetje.


En misschien is dat de sleutel wel, dat ik niet teveel tegelijk wil en alles in alle rust doe. Dan kan ik helemaal opgaan in wat ik aan het doen ben en daar nog van genieten ook! En terwijl ik lekker bezig ben komen er allemaal nieuwe ideeën in me op die datgene wat ik aan het maken of doen ben, nog leuker/ lekkerder/ mooier maken. Dan stroomt het, kost het weinig energie en heb ik plezier.
En tja, dan kan het ook zijn dat niet alles in huis even opgeruimd is omdat ik daar geen tijd meer voor had. Of dat lang niet alles wat ik in mijn hoofd had, is gebeurd of is gemaakt. Maar is dat erg?


Want waar kerst voor mij echt om gaat is verbondenheid, tijd door brengen met die mensen die voor mij belangrijk zijn. En alles wat ik doe heeft uiteindelijk te maken met hoe ik (en mijn gezin) dat vorm wil geven. En dan is een schoon huis ineens van ondergeschikt belang. Dàt komt dan wel weer na de kerstdagen!


Ik wens jullie allen hele fijne feestdagen en veel inspiratie en een goede gezondheid voor 2019!




zaterdag 8 december 2018

Zorg dragen voor mezelf


Goed voor jezelf zorgen is natuurlijk voor iedereen belangrijk. Hoe heerlijk het ook is als je partner, ouders, familie of vrienden dat voor je doen, uiteindelijk ben jij degene die het beste weet wat jij op welk moment nodig hebt. En ben je zelf diegene die daar naar moet leven.
Voor mij geld daarbij ook nog eens dat ik echt zélf mijn eigen grenzen moet bewaken. Niet omdat een ander dat niet voor mij doet, maar vooral omdat ik te eigenwijs ben om naar ze te luisteren.
In de afgelopen paar maanden heeft dit thema me wederom bezig gehouden.

Zo ga ik bijvoorbeeld maandelijks naar de magnetiseur. Zijn behandelingen hebben nog steeds een flinke impact, het duurt ruim een week voor ik weer een beetje op aarde beland. Ik plan de behandelingen dan ook expres op vrijdag in zodat ik het weekend bij kan komen. Verder zorg ik dat ik op tijd naar bed kan, dat ik op een dag niet al teveel wil doen, voldoende rustmomenten in plan en dat mijn gezin weet dat ik niet helemaal toerekeningsvatbaar ben.




Ik weet dus dat ik na zo’n afspraak wat bewuster met mezelf en de indeling van mijn tijd moet omgaan, dat calculeer ik in.
Maar wat ik niet incalculeerde en waar ik dus min of meer tegen aanliep, is dat, als ik als moeder er meer voor mijn gezin moet zijn, dit óók betekent dat ik nog beter voor mezelf moet zorgen. Dan geldt het fenomeen: eerst je eigen zuurstofkapje voor die van de kinderen om zo maar te zeggen.

Wat was nu het geval: mijn dochter brak haar been op het voetbalveld. Heel vervelend natuurlijk, het deed echt flink zeer en voorlopig is ze uitgeschakeld. Kwam nog bij dat ze niet meteen geopereerd kon worden omdat haar enkel veel te dik was, dat gebeurde pas tien dagen later. Ondertussen zat ze met haar been hoog op de bank en moest ze rust houden. Wij, als gezin, liepen dus voor haar, zoals we dat zouden doen bij elk van ons die daar zo had gelegen.
De operatie verliep gelukkig goed, maar ze had last van de narcose en moest daar echt even van bijkomen. We hebben die dag lang in het ziekenhuis gezeten en dat ging niet alleen haar in de koude kleren zitten. Ondanks dat ik me rustig heb gehouden, ervoor heb gezorgd dat ik goed zat en wat kon doen, was ik ’s avond compleet afgepeigerd. En dat terwijl ik niet eens de patiënt was!
Inmiddels mag ze weer naar school, maar dat betekent dat ik voorlopig taxibedrijf Toussaint ben. Ze moet gebracht en gehaald en aangezien mijn man fulltime werkt en ik nog thuis zit, komt dat op mijn schouders terecht. Wat weer betekent dat ik vroeger op moet staan dan ik gewend ben en een stuk eerder in actie moet komen. En dat is echt even wennen.

En hoewel het heel prettig is dit hier zo van me af te kunnen schrijven, vind ik dat ik niet mag klagen. Dit is nu eenmaal wat er kan gebeuren als je een gezin hebt met drie zeer ondernemende en beweeglijke kinderen. Dan zijn er nu eenmaal calamiteiten en zorg je voor je kinderen. Punt, geen discussie.
En ik mag natuurlijk in mijn handjes knijpen dat ik dat in principe ook gewoon nog kan, dat mijn klachten niet dermate ernstig zijn dat een ander dat van me over moet nemen.
Komt nog bij dat er nu niets geregeld hoeft te worden, ik ben thuis en kàn dus ook voor haar lopen. Als ik had gewerkt hadden we hier een heel schema uit moeten denken, dat hoeft gelukkig niet en dat geeft het hele gezin rust en mij dus ook.

Maar dat neemt niet weg dat ik merk dat dit me energie kost. Dat het een beroep op me doet, omdat ik nu minder mijn eigen tijd en ritme kan volgen. Hoe ga ik hier mee om?
Buiten dat ik een aantal keer heel vroeg in bed lag, ben ik overdag nog alerter op de signalen van mijn lichaam en probeer ik daar zo goed mogelijk naar te luisteren. Wat betekent dat ik wat vaker (lui) op de bank mijn dochter gezelschap zit te houden en er een aantal dingen blijven liggen.
Prioriteiten stellen en scherpe(re) keuzes maken is nu nog belangrijker. En me daar dan vooral niet schuldig over voelen, maar het ook nu weer nemen zoals het is en zoals het komt!

En uiteindelijk gaat het allemaal weer over, over vijf weken mag het gips eraf en kan ze zelf weer op en neer. Tot die tijd zingen we het hier wel uit en maken we er wat van, elke dag opnieuw.

Tot de volgende blog!



zaterdag 17 november 2018

De grote hardloopleerschool


Zoals jullie vast wel weten loop ik twee keer per week hard. Die rondjes zijn inmiddels een goede graadmeter voor hoe het gaat.
Op mijn minder goede dagen hobbel ik door het bos , gaat het lekker dan loop ik een stuk soepeler. Maar dat zal vast voor iedereen zo gelden.
Verrassend genoeg blijkt het me als kers op de taart óók inzicht te verschaffen over hoe ik bezig ben. Laatst nog liep ik een rondje dat me dat héél duidelijk maakte.
Ik voelde me die dag best goed, de naweeën van de vorige behandeling bij de magnetiseur begonnen wat weg te trekken met als effect dat ik me energiek voelde en zin had om te lopen.

Het was wel wat fris, logisch ook nu het volop herfst is. Ik deed dus wat ik vroeger ook altijd deed als ik in beweging kwam en warm wilde worden. Ik ging flink doorlopen. Het eerste blokje ging nog wel, al had ik wat moeite om op adem te komen, maar dat heb ik wel vaker dat eerste stukje. Het tweede blokje leek eerst nog wel lekker te gaan, maar eenmaal op driekwart dacht ik daar heel anders over. Ik voelde mijn kuiten verzuren en dat kwam niet meer goed. Vlak voor het einde van dat blokje ben ik maar gaan lopen en het derde blokje heb ik meer lopend dan hollend gedaan. Pas de laatste paar minuten kon ik nog een beetje op een lekker tempo mijn rondje afsluiten. Thuis deed alles zeer, ik heb er een paar dagen spierpijn van gehad.

Tja, duidelijk een gevalletje van te hard van stapel lopen, letterlijk en figuurlijk. Maar het leverde me dus ook wat op. Want niet zo lang daarna was ik thuis ergens mee bezig, ik weet niet eens meer wat. Maar ik merkte op dat ik daarbij net zo gedreven bezig was als bij dat hardlooprondje. En dus schakelde ik een tandje terug, ging weer op mijn gemakje uitvoeren wat ik wilde doen en zorgde dat ik er de tijd voor nam en had.

Als ik dit van een afstandje bekijk, dan is die gedreven manier van dingen willen aanpakken en per direct geregeld willen hebben, heel bekend. En ook de manier waarop ik daarmee het contact met mijn lichaam en mezelf kan verliezen, zeker als ik het lang zo blijf doen. Het is prima om te gebruiken als ik mezelf een schop onder mijn kont wil geven en ergens voor in actie wil komen. Als een soort van starten van de motor zeg maar. Maar als ik er dan aan begonnen ben is het niet meer nodig en zelfs overbodig.
Inmiddels ben ik er ook achter wat er dan wél werkt en dat is rustig starten en lopen op mijn eigen ritme, dat voor díe dag en voor dát moment passend is. Als ik dat doe dan is hardlopen heerlijk én houd ik het prima vol.

Kortom, als ik de ruimte en tijd heb om mijn eigen ritme en tempo te volgen, kan ik op een dag best wel wat voor elkaar krijgen.
En dat is een wijze les voor niet alleen mijn volgende hardlooprondjes, maar ook voor de keuzes die ik elke dag weer maak over hoe ik mijn tijd indeel en wat ik wel en wat ik niet ga doen!



zaterdag 3 november 2018

Eerste terugkomafspraak behandelcentrum


Afgelopen week had ik mijn eerste terugkomafspraak bij het behandelcentrum in het kader van nazorg. Dit doen ze na drie, zes en twaalf maanden. Ik had een gesprek met de fysiotherapeut over de stand van zaken en er werd gemeten hoe het met de mobiliteit in mijn nek was gesteld.

Erg prettig natuurlijk, deze nazorg. Ik kan alle vragen en eventuele ‘problemen’ die ik nog tegenkom neerleggen op een plek waar ze mij kennen en gezien hebben. Ook het idee dat er nog enige controle is op hoe ik met mezelf en mijn restklachten bezig ben is fijn. Mocht ik onverhoopt toch met mezelf aan de haal gaan, dan hebben ze het daar direct in de gaten en krijg ik ongetwijfeld op mijn sodemieter!

Afijn, het gesprek verliep prima, de fysio was zeer tevreden. Hij vond het fijn om te horen dat ik alles wat ik wilde doen gewoon deed en de uitdaging opzocht, maar wél opmerkzaam bleef in het behouden van mijn balans en het inplannen van voldoende rustmomenten. Samen met de gemeten mobiliteit sprak uit alles dat het herstel duurzaam was en dat mijn belastbaarheid zich met hele kleine stapjes nog steeds verbeterde.

Hij kwam daarnaast met een zeer interessante theorie die voor hem niet nieuw was en voor mij eigenlijk ook niet. Maar wel mooi genoeg is om hier te delen! Wel met de kanttekening dat ik dus spreek uit ‘van horen zeggen’ en niet door een artikel te lezen of zelf een spreker gehoord te hebben.

De fysio had in de afgelopen periode iemand horen spreken over een uitkomst van een wetenschappelijk onderzoek, dat nog in de kinderschoenen staat. Het ging over wat er in de hersenen te zien is bij chronische pijn zonder dat er (nog) sprake is van letsel. Zoals bijvoorbeeld bij een whiplash associated disorder of fybromyalgie.
Ze zijn blijkbaar in staat de apparatuur waar ze mee meten steeds verfijnder af te stellen, waardoor er iets zichtbaar is. De conclusie was dat er sprake is van een verstoring in het systeem. Dat kan hormonaal zijn, in de prikkelverwerking zitten, in het bewegingsapparaat zelf, of ergens anders. Die verstoring is in de hersenen zichtbaar.

Een vraag die tijdens deze presentatie werd beantwoord ging over hoe je hier dan mee om moet gaan en wat kan werken. Waarop het antwoord was dat je in ieder geval in beweging moet komen én dat het ook zeker goed is om je klachten te accepteren en uit te gaan van wat je nog wél kan.

En laat dat nou juist datgene zijn wat niet alleen bij het behandelcentrum voorop staat, maar waar ik ook zelf zo hard mijn best voor doe!

Conclusie: goed bezig en vooral zo doorgaan!




zaterdag 13 oktober 2018

Tijd van komen en tijd van gaan


Het is ongeveer een maand geleden dat ik afscheid heb genomen van mijn collega’s en mijn werkplek.

Al ruim voor deze happening dacht ik na over hoe ik dat vorm wilde geven. Het ging tenslotte om míjn afscheid, was een afronding van een heftige tijd én vooral van een periode van ruim twintig jaar werken op één en dezelfde plek.

Ik heb er de helft van mijn leven rond gelopen. Ik was daar zogezegd onderdeel van het meubilair, heb er mijn sporen achter gelaten en geschiedenis geschreven. In die twintig jaar ben ik volwassen geworden, zowel professioneel als persoonlijk.

Dat moment wilde ik niet zomaar voorbij laten gaan en op de vraag van mijn leidinggevende of ik zelf ook iets wilde zeggen antwoorde ik met een volmondig JA.

Maar wat ging ik dan zeggen? Uiteindelijk ben ik een week voor het afscheid achter de laptop gekropen en gaan schrijven over wat die twintig jaar en het werk voor mij betekend heeft:
Dat ik er op heb kunnen groeien tot een gedegen professional en mijn vak op mijn eigen manier vorm heb mogen geven.  Dat ik heb mogen genieten van de ontwikkeling van de leerlingen onder mijn begeleiding. Hoe de dansgroep elke keer weer een spetterend optreden wist neer te zetten. Hoe ik enthousiast werd over het Rots en Water programma en over de uitdaging die het voor de klas staan voor me was.
Maar ook dat ik hoopte dat de dansgroep nog verder zou gaan, al was dat niet langer aan mij, en dat ik het waardeerde dat Rots en Water (voorlopig) een blijvend onderdeel was van het schoolprogramma.
Én dat het oké was om uit te vliegen en een nieuwe uitdaging te zoeken.

Daarnaast wilde ik mijn collega’s iets tastbaars geven. Als aandenken, herinnering en ook wel een beetje met een boodschap.
Ook dit kreeg eerst vorm in mijn gedachtes. Na wat gezoek en verschillende al dan niet gelukte bestellingen, werd het een sleutelhangertje met een aantal hartjes eraan, die ik in twee middagen in elkaar knutselde. Waarbij het hartje voor mij symbool stond voor het werken met hart voor de leerlingen, maar óók voor elkaar én voor jezelf.

Door deze gedegen voorbereiding keek ik uit naar het afscheid zelf. Al durfde ik niet te beloven dat ik het ook droog zou houden.

Op de dag zelf oefende ik het vertellen van mijn verhaal. Ik had het natuurlijk wel opgeschreven, maar door het te vertellen zou het nog meer uit mijn hart komen en dat was wat ik wilde.

Mijn man zou erbij zijn en was mooi op tijd om samen binnen te komen. De tafels in de aula waren versierd en er stonden hapjes klaar die ze die dag met leerlingen hadden voorbereid. Bij de ingang trof ik al een aantal (oud- en ex-) collega’s en voor ik het wist stond ik lekker te kletsen en werd ik verwend met een aantal mooie cadeautjes.

Mijn leidinggevende hield een toespraak waarin ze benadrukte met welke passie, moed, doorzettingsvermogen en kwetsbaarheid ik aan het werk was geweest en dat ze hoopte dat ik daarmee in een nieuwe uitdaging zou stappen.
Van één van de collega kreeg ik namens het team een boek met ieders lievelingsrecepten, want we deelden koken en bakken als gezamenlijke passie.
En mijn eigen toespraak ging precies zoals ik het wilde. Al moest ik wel af en toe even slikken.

Kortom, het was een mooi afscheid, waar ik ook nog wat van mee genomen heb: namelijk een hervonden gevoel van ‘werken met passie’, wat toch wel een beetje mijn signature is. En dat was een mooie kers op de taart!



donderdag 20 september 2018

Fine tunen bij de magnetiseur


Ruim een jaar geleden begon ik met een behandeling bij een homeopaat, naast al het andere waar ik eerder ook al over schreef. Dit omdat mijn gebit plotseling enorm achteruit ging. Ik had ineens acht gaatjes tegelijk, terwijl ik in de 40 jaar daarvoor maar één keer een gaatje hoefde te vullen! Dat is schijnbaar een neveneffect van de whiplash. Vanwege de stress maakte ik minder speeksel aan waardoor het glazuur achteruit ging. En nog steeds is het niet helemaal goed, afgelopen week moest ik voor de inmiddels tweede keer toch weer een gaatje laten vullen.

Maar goed, ik was dus al een poosje bij hem in behandeling toen hij aangaf dat hij de whiplash zelf via magnetiseren ook nog goed kon behandelen. En dan niet alleen op de fysieke klachten, maar ook mentaal. Ik heb dat toen afgehouden omdat ik al met een ander traject bezig was en ik niet alles tegelijk wilde laten lopen. Een beetje rust daarin is tenslotte wel zo verstandig.

Aangezien dat traject nu is afgerond, maar ik nog wel met wat globale klachten liep, leek het me goed dit alsnog op te pakken. Een paar weken terug zat ik dus opnieuw in zijn stoel, nu om me te laten magnetiseren. En dat was een hele belevenis!

De beste man hield zijn handen achter bij mijn nek, ter hoogte van de atlas en de bovenste wervels. Eerst om de spanning eraf te halen en daarna om verder in het herstel te gaan zitten.
Volgens hem was ik heel goed te magnetiseren. Ik zou spiritueel fijngevoelig zijn en dat voelde ik ook, het reageerde direct! Het ging tintelen, werd warm en alles ging stromen. Ik moest alle zeilen bijzetten om erbij te blijven, oftewel voeten stevig op de grond en rustig ademhalen!
Mijn excuses als het zweverig klinkt, maar ik weet niet hoe ik anders kan omschrijven wat er gebeurde.



Het effect daarna was pittig, ik ben een paar dagen flink moe geweest en had een stijve en pijnlijke nek. Waardoor ik wel een paar keer heb gedacht waar ik in godsnaam mee bezig dacht te zijn! Maar toch voelde het ergens ook goed, het kraakte minder en het leek wel alsof er wat meer ruimte in kwam.

Ik heb nu twee behandelingen achter de rug en merk inderdaad dat het ruimer en wat rustiger aanvoelt. Daarnaast slaap ik ook sinds maanden weer zowat de hele nacht door en dat is wel heel erg prettig! Ik voel me dus mentaal ook helderder, of dat door de behandeling of de betere nachtrust is, tja, allebei wellicht.

Hierna kan ik ook zeggen dat ik alles heb gedaan wat ik kon om het zo goed mogelijk te krijgen: het ‘grove’ werk bij de cranio sacraal therapeut die alle wervels weer op hun plek heeft gezet. Daarna werken aan kracht, mobiliteit en conditie bij de fysio en nu de fine tuning, de laatste puntjes op de i bij de magnetiseur.

Dis is wel het laatste wat ik er aan doe. Hierna is het klaar, wil ik het op zijn beloop laten en mijn lichaam zijn eigen herstel voort laten zetten. En de tijd zijn werk daarin laten doen.
Mits ik de klachten díe er nog zijn maar op de achtergrond kan blijven houden. Dat is dan wel de voorwaarde.


Ik houd jullie in ieder geval weer op de hoogte, tot de volgende blog!

zaterdag 8 september 2018

Zelfstandig verder op míjn manier


Vlak voor het einde van de vakantie ben ik beter gemeld en vervolgens heb ik een vaststellingsovereenkomst getekend. Ik zit nu officieel dus niet meer ziek thuis, maar ben vrijgesteld van werkzaamheden tot de daadwerkelijke ontslagdatum en heb voorlopig geen verplichtingen.
Gelukkig oefen ik al maanden in het structuur aanbrengen aan mijn dagen en daar ga ik gewoon mee door. Maar wat doe ik dan zoal?


Om mijn conditie, kracht en mobiliteit te behouden en verder op te bouwen doe ik drie dagen per week een aantal oefeningen die ik mee heb gekregen van het behandelcentrum. Ook weer opbouwend in aantal en een beetje in gewicht. Niet te veel, ik hoef geen bodybuilder te worden. Het is echt bedoeld als onderhoud.
Twee keer per weel loop ik hard, buiten in het bos wat vlak aan ons huis ligt. Ja, wat dat betreft ben ik een echte mazzelkont! Doordat ik tijdens de vakantie en door een flinke verkoudheid erna even niets heb kunnen doen, zit ik (weer) in week zeven van het opbouwschema. Dat betekent hardlopen in blokjes van 5 – 7 – 6 – 5 min. met twee min. lopen ertussen. En ik vind het nog steeds leuk!


Ik heb daarnaast mijn dingen in huis en met en voor de kinderen. Dat gaat weer vrijwel als vanouds en dat is heel fijn om te merken! Al moet ik nog steeds doseren, zo heb ik na een druk en vol weekend twee dagen nodig om bij te komen.
Gelukkig is de situatie nu zo dat ik daar aan toe kan geven. En het is echt heerlijk én luxe om mijn dagen naar behoefte in te kunnen richten. Rekening houdend met wat ík vind dat er moet, kan en nodig is. Zonder dat iemand anders daar iets over te zeggen heeft.


Qua werk sta ik nog steeds stil, of beter gezegd, mag ik daar nu echt pas op de plaats voor gaan maken. Het re-integratietraject is weer van start gegaan, nu als loopbaantraject.
Met mijn begeleider ga ik de komende tijd voorbereidingen treffen voor de start van een eigen praktijk. Hoe dat er uit gaat zien weet ik nu nog niet precies. Natuurlijk wel iets met dans en beweging, dat is wel duidelijk! Daar zit mijn kracht.
En nog steeds vind ik het heel interessant om te onderzoeken hoe en waar ik mijn ervaringsdeskundigheid kan combineren met mijn professionaliteit. Het lijkt me bijvoorbeeld geweldig om een cursus dansen met een whiplash aan te bieden, ik weet uit eigen ervaring dat dit kan en fijn is. Ook daar gaan we naar kijken.


Deze week weet ik of ik een doorstart mag maken op de school waar ik voor de vakantie een poosje voor mijn 2e spoor re-integratie heb gestaan. Als dat lukt heb ik in ieder geval één keer per week een dag een vaste werkplek tot mijn ontslag. Dan kan ik daar alvast mijn (mentale) belastbaarheid verder op gaan bouwen.


Het meest prettige is dat ik de komende paar maanden even aan niemand verantwoording af hoef te leggen. Ja, er gaat nog afscheid genomen worden van mijn oude werk, wat zeker zijn impact zal hebben, de WW komt er aan en het letselschadetraject is nog niet afgehandeld. Maar voorlopig hoeft er even niets behalve datgene waar ík op dat moment voor kies.


Ik houd jullie op de hoogte!


zaterdag 25 augustus 2018

Eindelijk op vakantie!


De vakantie was een heerlijke adempauze, vooral ook door de knopen die inmiddels doorgehakt waren. Het vooruitzicht om na de vakantie uit het systeem (gedeeltelijk dan) te kunnen stappen gaf lucht.


Vorig jaar hebben we een weekje in een huisje op de Ardennen gezeten, omdat ik het toen niet zag zitten om ver te reizen of op de grond te slapen. Dat was op zich wel oké, maar niet wat we gewend waren, iedereen miste toen het echte ‘campinggevoel’. En dat terwijl ik had verwacht dat mijn kinderen het slapen in een huisje veel fijner zouden vinden. Niet dus!
Dit jaar moesten we dus toch écht naar een camping en dan toch ook écht weer naar Tsjechië, omdat dit zo’n lekker goedkoop land was en mooi en anders en….
Dus zo gezegd, zo gedaan en op democratische wijze werd er een leuke camping uitgezocht. Aan een meer want er moest gezwommen kunnen worden, maar wel een beetje kneuterig, want papa en mama worden gek op de grote familiecampings. En voor mij toch wel een beetje belangrijk: vlak over de grens met Duitsland voor de ‘kortste’ reistijd.


Van te voren zag ik hier wel tegen op. Hoe zou het zijn om zes uur in de auto te moeten zitten? Het scheelde dat ik niet hoefde te rijden. Mijn man deed dat net als elk ander jaar. Omdat de kinderen inmiddels al wat ouder zijn, hoefde ik me ook niet meer zo met ‘gedoe op de achterbank’ bezig te houden. Ik hoefde alleen maar te zitten, wat uit het raam te staren en zo nu en dan wat te eten rond te delen. Samen met een nekkussentje om zo nodig ontspannen onderuit te kunnen zakken was het eigenlijk best te doen. Ook het kamp opzetten na de rit ging prima. We hadden, en namen, de tijd voor alles en de kinderen deden zonder al te veel gedoe en gemopper hun eigen deel.


En zo ging het eigenlijk de hele vakantie door. Ondanks dat we best actief zijn geweest en ik een aantal dagen ook echt héél vroeg in bed lag, ben ik geen moment compleet gevloerd geweest.
Het was fijn om te merken dat ik het aankon, dat het goed ging, dat ik er van kon genieten en dat de grootste uitdaging de heftige nachtelijke bloedneus van mijn jongste was. Plus wat puberperikelen hier en daar. En stiekem toch ook wel die kanotocht van een paar uur…


Het was enerzijds een heerlijk intermezzo van alles even loslaten. En anderzijds ook een soort van time-out, zo’n beetje net zoals je na je rit in het achtbaankarretje zit te wachten tot je het perron weer op mag. Want na de vakantie moest er nog wel het een en ander gebeuren voordat alles echt definitief was. Daardoor was het af en toe ook een beetje een vreemde gewaarwording.


Maar, genoten heb ik wel! 





zondag 5 augustus 2018

Afronding behandeltraject


Je zou in alle hectiek bijna vergeten dat ik tussen alle bedrijven door ook nog consequent twee keer in de week trainde bij het behandelcentrum. Het traject liep al ten einde en is inmiddels afgerond en geëvalueerd.

Terugkijkend op het programma ben ik erg tevreden. Het was prettig om onder begeleiding en met een flinke dosis humor weer goed in beweging te kunnen komen. Met behulp van de juiste oefeningen heb ik mijn souplesse, conditie en kracht goed op kunnen bouwen. Dit in combinatie met de psychologische gesprekken en EMDR, een methode waarbij je via oogbewegingen trauma’s een plek geeft, heb ik weer vertrouwen gekregen.



Vertrouwen in mijn lichaam en dat ik kan bewegen zonder bang te zijn om pijn te krijgen of constant tegen grenzen aan te lopen. Soms ben ik zelfs klachtenvrij, als ik mijn nekspieren goed ontspan en er vooral niet te veel op let. Dan voel ik even geen pijn of spanning. Iets waar ik erg blij mee ben, ik ben nu eenmaal graag in beweging en kan het goed gebruiken als ik straks mijn ‘oude’ functie als danstherapeute weer op ga pakken.

Ik kan thuis weer datgene doen wat er moet gebeuren en een beetje meer. Er is ook energie voor de leuke dingen en mijn hobby’s. Al moet ik blijven opletten dat ik de balans er in houd, zorg voor voldoende rustmomenten en op tijd stop. Zodat ik voorkom dat ik ga forceren omdat ik bijvoorbeeld vind dat er iets af gemaakt moet worden. Dat blijft een valkuil voor me, vreet energie en, zoals ik al vaker heb beschreven, helpt niet om stappen vooruit te kunnen zetten.


Het belangrijkste is dat ik mijn veerkracht terug heb. Ik laat me minder gemakkelijk uit het veld slaan, raak niet meer volledig uitgeput en herstel sneller. Zolang ik die rustmomenten maar in acht blijf nemen en zorg voor afleiding door iets leuks of ontspannends te gaan doen.  Wijsheid komt met de tijd en ik heb ervaren dat ik kan vertrouwen op mijn intuïtie.


Wat betreft mijn mentale belastbaarheid en die met betrekking op werk is er zeker nog werk aan de winkel. Dat is door alle perikelen minder aan bod gekomen. Bovendien duurt het veel langer om mijn concentratievermogen weer op peil te krijgen. Dat schijnt zelfs nog jaren te kunnen duren, heb ik me laten vertellen. Is dat erg? Nee, het is wat het is. We gaan zien hoe zich dat gaat ontwikkelen.



Al met al goed nieuws dus, iets om tevreden mee en trots op te zijn! Nu nog even genieten van een paar weekjes vakantie. Tot de volgende blog!

zaterdag 14 juli 2018

Uit de storm de vakantie in.




In mijn vorige blog vertelde ik over de storm waarin ik zat en wat ik deed om overeind te blijven. Midden in die storm draaide mijn wereld opnieuw180°, waardoor ik mijn blik terug op de horizon kon richten.


Maar voordat dit zover was, stopte ik dus met mijn 2e spoor werkzaamheden en keerde ik voor een aantal dagdelen terug naar de praktijkschool waar ik vele jaren heb gewerkt.
Natuurlijk hoefde ik niet direct zelf weer voor de klas te gaan staan. Ik werd die week ingezet bij een aantal klassen waar ze wel een extra hand konden gebruiken, waaronder het klasje waar ik begin dit jaar als mentor zelf voor had gestaan. En die ervaring was behoorlijk dubbel.


Diegene die de doelgroep een beetje kennen, kunnen zich misschien wel voorstellen hoe het ging. Maandagochtend half negen, tijdens het mentoruur, hoorde de klas dat hun oude juf die dag vanaf elf uur met hen mee ging lopen. Nadat ze zo’n beetje vanaf de herfstvakantie niets meer van haar gehoord hadden. Kinderen die allemaal snel overprikkeld raken, baat hebben bij een vaste structuur en willen weten waar ze aan toe zijn.
Nadat iedereen een beetje aan het idee gewend was, ging hun juf over op de les. Dit ging zeker niet vanzelf.  Zo’n onverwachte wending is een behoorlijke uitdaging voor ze, en dus ook voor de leerkracht. Ik heb met groot respect gezien hoe ze het allemaal recht trok. Ondertussen liep ik zelf regelmatig de gang op, om de drukte even uit te kunnen zijn. Gelukkig waren er twee leerlingen die een toets moesten inhalen en die kon ik mooi apart nemen tot ik weer naar huis mocht.

Deze ervaring maakte mij wel duidelijk dat ik het mezelf voorlopig echt nog niet zag doen, een hele dag een klas goed begeleiden. Moeten re-integreren in dit werk zou betekenen dat ik nog lang aanpassingen nodig zou hebben om het vol te kunnen houden zonder daarin mezelf voorbij te lopen.
Het verschil met het re-integratie werk als danstherapeute van de vier weken daarvoor was ook duidelijk. De rust die er tijdens een sessie is, de aandacht die je op één of twee kinderen kunt richten, de tijd die je hebt om te schakelen. Dat maakt het gemakkelijker om goed op te kunnen bouwen.
Hoe pittig de ervaring dus ook was, het was fijn om dit op te kunnen merken.

Wat me ook heel goed deed, was het warme welkom dat ik kreeg. Leerlingen die me hadden gemist kwamen me een knuffel brengen en mijn collega’s waren blij om me weer te zien. Het was niet erg om in de school rond te lopen, het is een prettig gebouw waar ik zoveel geschiedenis heb dat het heel vertrouwd voelde.
Het was dus goed om te merken dat ik, ondanks dat het misschien niet mijn eerste keuze was, kon genieten van de doelgroep en mijn contacten met leerlingen en collega’s.

Ik ging er vanuit dat ik nog een poosje zou moeten blijven, mijn insteek was om dan maar op school mijn belastbaarheid op te bouwen, het advies van de bedrijfsarts zo goed mogelijk te volgen, verder te herstellen en te zien hoe het zou gaan lopen. Er het beste van maken, ook al had ik sterk het vermoeden dat met dit traject de kans groot was dat ik met twee jaar nog ziek gemeld zou staan.



En toen liep het dus toch wéér anders. Op mijn derde ochtend had ik, na aandringen van mijn leidinggevende, opnieuw een afspraak met haar. Waarbij ze mij kon vertellen dat het bestuur akkoord ging met het laatste bod dat ik tijdens de eerdere onderhandelingen had gedaan. En dat we, op de valreep, een overeenkomst hadden die naar beider tevredenheid was.

Wat hield dat concreet in? Allereerst dat ik niet meer terug hoefde, behalve om mijn spullen uit mijn danslokaal te halen en, na de vakantie, afscheid van iedereen te nemen. Ook krijg ik voldoende tijd om mijn herstelprogramma af te ronden en mijn belastbaarheid op te bouwen voordat ik in de WW terecht kom.


Hoe het uiteindelijk uit zal gaan pakken weet natuurlijk niemand. Maar het geeft me veel rust te weten dat ik mijn (herstel) proces en mijn toekomst op mijn eigen manier, binnen mijn eigen tijd en mogelijkheden, wensen en behoeftes vorm kan geven.


Maar eerst ga ik mijn hersteltraject afronden en vakantie vieren met mijn gezin. Tot de volgende blog!

zaterdag 30 juni 2018

Midden in de storm is opgeven geen optie meer.


En toen was er ineens die storm, waardoor ik na moest gaan denken over mijn te varen koers, in korte tijd belangrijke beslissingen moest nemen en hard aan de bak moest om mijn hoofd koel te houden en overeind te blijven.

Degene die zelf in een soortgelijke situatie zitten of gezeten hebben, weten misschien dat de tijd begint te dringen. Ik zit nu bijna anderhalf jaar in de ziektewet. In oktober zou ik een aanvraag voor een WIA keuring in moeten dienen. Waarna UWV gaat kijken of ik straks met twee jaar in aanmerking kom voor een ziektewetuitkering. Als ik dan tenminste nog steeds ziek thuis zit.

In dat licht bezien en omdat de zomervakantie er aan kwam, wilde mijn leidinggevende duidelijkheid over de te volgen koers. Wat natuurlijk heel begrijpelijk en haar goed recht is en, laten we eerlijk zijn, ook ik heb baat bij duidelijkheid.

Maar ook al wilden we in de kern hetzelfde en zetten beide partijen zich hier zo goed mogelijk voor in, het leek ons niet te lukken om tot een overeenstemming te komen. Waardoor we besloten over te gaan op het oppakken van 1e spoor re-integratie activiteiten, oftewel, terugkeren naar de werkvloer. Wat ook betekende dat ik moest stoppen met mijn werkzaamheden bij mijn collega danstherapeute.

Dit ging natuurlijk niet zonder slag of stoot en zeker niet zo gemakkelijk als hierboven beschreven. In deze blog beschrijf ik mijn kant van het verhaal, wat het met me heeft gedaan en hoe ik overeind probeerde te blijven.




Voor mij was (en is) die storm een keuze. Een keuze tussen de storm uitlopen, opgeven, instemmen met iets waar ik niet achter kan staan en blijven zitten met een kater. Of kiezen om het ‘spel’ mee te blijven spelen, in de storm te blijven, niet murw gebeukt te raken, maar overeind te blijven tot de wind gaat liggen. Uit zelfrespect heb ik gekozen voor dat laatste. En dat is niet de makkelijkste keuze geweest.

Het was heftig, intens en zwaar. Er ging veel energie, tijd en aandacht zitten in de vele gesprekken, mail- en appwisselingen met alle personen die zich met mijn zaak bezig hielden. Daar komt bij dat mijn klachten stressgevoelig zijn en dat mijn lichaam dus, logischerwijs, ook dusdanig op de situatie reageerde. Waardoor er sprake was van een toename van klachten en een stagnatie in mijn herstel.

Ik had ook een keuze in hoe ik daar op reageerde.

Er zijn bijvoorbeeld aardig wat momenten geweest dat ik het liefst weg zou kruipen in een holletje, diep onder de grond, en daar dan blijven zitten tot de storm is overgewaaid. Maar dat is kinderachtig en niet helpend. Want als ik dan weer boven kom staat er niets meer overeind, inclusief ik zelf niet meer.

Ik kon mezelf heel zielig gaan vinden, omdat het allemaal heel vervelend is en niet leuk en zwaar en ga zo maar verder. En dat is het natuurlijk ook allemaal, maar daar in blijven hangen is hetzelfde als bij de pakken neer gaan zitten en ik heb mezelf al heel lang geleden beloofd dat ik dat niet ga doen. Nooit. Onder geen enkele omstandigheid. Ook al wil ik het soms nog zo graag en moet ik hier dan even door een ander aan herinnerd worden.

Ik kon ook heel erg boos worden, op de situatie, op de stress die dat opleverde, op hoe mijn lichaam daarop reageerde en vooral op dat ik dat niet tegen kon houden. Maar ook dat is kinderachtig en niet helpend.

Natuurlijk was het af en toe wel heel erg lekker om ruimte te geven aan die emoties, die er nu eenmaal waren. Dat mag, kan en moet ook af en toe, op plekken waar het veilig was om het even te laten gaan.
Maar wat ik vervolgens vooral probeerde te doen was meebuigen met de wind, de tijd te nemen om de situatie goed te bekijken en vervolgens kracht en moed te verzamelen om mijn volgende stap te zetten.

En gelukkig kon ik ook in dit proces rekenen op mijn vangnet van dierbaren en/of professionals, die mij ieder op hun eigen manier en naar eigen kunnen hielpen om weer op te staan en door te lopen, stap voor stap. Zodat ik, met een lange adem, veel kracht, geduld en zorg voor mezelf, daar kon en kan gaan komen waar ik wil en hoor te zijn.
Want, of het nu rechts- of linksom is, opgeven is nu even géén optie!



Note voor de lezers: ik schreef deze tekst een ruime week geleden. Inmiddels is er veel gebeurd en zijn er nieuwe ontwikkelingen waar ik jullie graag in mijn volgende blog van op de hoogte breng. Nog even geduld dus!


zaterdag 16 juni 2018

Stemmetjes in je achterhoofd en andere energievreters


In mijn vorige blog schreef ik over hoe ik eindelijk weer wat buitenshuis kon gaan doen, hoe ik dit aanpakte en wat ze in het behandelcentrum daarover te zeggen hadden. Geen zorgen hoor, ‘I’m still going strong’. Toch wil ik daar deze keer op doorgaan. Want het bleek een mooie aanleiding te zijn om, samen met de psychologe, nader te kijken naar wat voor mij nu de grootste energievreters zijn.

In eerste instantie keek ik daarbij naar concrete, aanwijsbare zaken, die ook wel een beetje voor de hand lagen. Dat auto rijden bijvoorbeeld, of sociaal zijn in een groep mensen. Mijn aandacht bij de gesprekken houden en mee praten in combinatie met een nog steeds aanwezige prikkelgevoeligheid voor geluid, maakt dat het, behalve gezellig, ook vermoeiend is. Andere voorbeelden zijn drukke kinderen die allemaal tegelijk wat willen of (hard en veel) praten en, ook niet onbelangrijk, in actie moeten komen bij incidenten met diezelfde kinderen. En natuurlijk de gesprekken die je, als langdurig zieke werknemer, nu eenmaal moet voeren met de diverse instanties waar je mee te maken krijgt en die allemaal iets vinden van wat jij moet doen en hoe dat dan het beste zal gaan. Maar dat is echt iets voor een andere blog.

En je eigen verwachtingen? Was vervolgens de vraag van de psychologe. Ja, daar had ze een punt. En niet zo’n kleintje ook. Want van wie moest ik eigenlijk al in één keer op en neer kunnen rijden? Of meteen door kunnen een sessie in? Dat deed ik toch echt zelf.

En zo kwam het gesprek als vanzelf op die stemmetjes in mijn achterhoofd. Waarvan er één heel vaak roept dat ik het gewoon moet kunnen, dat ik vooral door moet gaan, dat ik iets waar ik aan begonnen ben ook af moet maken, dat ik me niet mag laten kennen of me door iets of iemand onder mag laten schoffelen. Door deze stem heb ik een zeer groot doorzettingsvermogen, maar als ik alleen maar naar dit stemmetje luister wordt het dus een energievreter en kost het me de kop.
Net zoals dat andere stemmetje in mijn hoofd dat de veiligheid zoekt en zegt dat ik iets niet kan, dat het me niet gaat lukken, of dat ik iets niet moet doen. Dat bang is voor consequenties, zeker als die van te voren niet al te duidelijk zijn en die in paniek raakt als er tijdsdruk ontstaat. Dat stemmetje is natuurlijk handig om mee te nemen bij grote risico’s, maar niet te veel en vooral niet te lang.

Gelukkig zijn er ook stemmen met een tegengeluid. Bijvoorbeeld diegene die zegt dat het echt wel even genoeg is, dat het niet in één keer hoeft en morgen, volgende week, of volgende maand ook nog mag, dat ik niet alles meteen hoef te weten of te kunnen en dat ik ook een keertje nee mag zeggen. Of de stem die me verteld vertrouwen te hebben en dat het (met wat tijd) allemaal goed gaat komen, dat ik het prima doe en vooral zo door mag gaan.
De belangrijkste stem daarin is degene die me vertelt wat ik nu echt wil of vind of nodig heb. Die weet waar het om gaat en wat er moet gebeuren. Luisteren naar deze stem voelt niet alleen heel goed en sterk, maar ook wel eens heel spannend en uitdagend. Want dit is ook de stem waardoor ik in het diepe spring. Op sommige momenten is het ontzettend druk in mijn hoofd door alle stemmen die dan ineens hun zegje moeten doen. En ja, dat kost dan best wel energie, maar omdat het voor het goede doel is rest mij niets dan mijn voeten stevig op de grond te zetten, een keer heel diep adem te halen en te springen.

Als ik heel eerlijk naar mezelf ben, dan wist ik allang van deze energievreters en hoe ik daar in zou moeten staan. Toch is het niet erg dat het weer ter sprake kwam, nu vanuit net een andere invalshoek. Ik kan weer een stapje verder en af en toe als een helikopter boven mijn eigen gedachtes gaan hangen. Om daar boven, in alle rust en van een afstandje, te bekijken welke stem wat zegt en waar ik op dat moment het beste naar kan luisteren. Zodat het geen energievreter wordt, maar iets wat mij weer op de juiste weg helpt en waardoor ik door kan gaan op een voor mij gezonde manier. In het beste geval wordt het zelfs iets waar ik energie van krijg!

Wat zijn voor jouw energievreters en hoe ga jij daar mee om?

zaterdag 2 juni 2018

Licht aan de horizon!


Mijn eerste stappen richting re-integratie zijn gezet, eindelijk!

Via het 2e spoor re-integratie traject zijn er contacten gelegd met collega’s van Rots en Water, andere vaktherapeuten en mogelijke werkplekken waar ik mijn professionele deskundigheid met dans kan combineren met mijn ervaringsdeskundigheid op het gebied van bewegen met pijn. Het is in dit stadium nog onduidelijk waar dit allemaal op uit gaat lopen, maar de eerste lijntjes richting een nieuwe toekomst zijn uitgegooid. En wat voelt het goed om mijn blik op de horizon te kunnen richten!

Foto: Gemma Toussaint

Verder bood een collega danstherapeute mij, heel lief, een plek aan voor één dag per week. Om via haar praktijk mijn belastbaarheid buitenshuis te kunnen opbouwen. Zij werkt op die specifieke dag op een school bij haar in de buurt waar genoeg kinderen rondlopen die wat extra ondersteuning kunnen gebruiken.
Ik ben daar inmiddels een paar keer geweest waarbij ik mee heb mogen kijken met een aantal sessies van mijn collega. Die kans krijg je in mijn vakgebied niet gauw. Meekijken in is niet gebruikelijk vanwege de privacy van de cliënt en omdat het voor hem of haar lastig kan zijn zich te uiten met een vreemde erbij. Maar op deze school zijn de kinderen het gewend dat er ineens iemand bij is. In en uit lopen is blijkbaar heel gewoon en dat is in mijn voordeel!

Het is alleen niet dicht bij huis, ik moet er een uur voor rijden en dat valt best tegen. De eerste keer dat ik op en neer reed heb ik uit mezelf halverwege een parkeerplaats op gezocht voor een korte pauze. Maar daar elke keer aan toegeven is toch wel weer een dingetje. Op het behandelcentrum, waar ze mijn opbouw monitoren, moesten ze me weer eens voor ogen houden dat het echt niet allemaal in één keer hoeft. Dat ik, met mijn mentale belastbaarheid van dit moment, mag verwachten een half uurtje in één keer te kunnen rijden. Maar dat het niet meer dan logisch is daarna een korte pauze te houden voor ik verder ga. Dat ook dit in kleine stapjes opgebouwd mag worden.
Dit keer draaiden zij de situatie voor mij om. Ik was alweer twee stappen verder, allerlei plannen aan het maken en mijn tijd daar zo aan het inrichten dat ik optimaal aanwezig was. Alleen niet persé optimaal voor mij, zo had ik het nog niet bekeken. Ik ging daar heen voor mezelf, om mijn belastbaarheid op te bouwen. Ik moest vooral onderzoeken hoe ik er voor kon zorgen dat dit ging lukken en wat ík daarbij nodig had.

Dus de volgende keer nam ik na een half uurtje rijden en vlak voordat ik er was een korte pauze, zodat ik niet al te suf naar binnen hoefde te lopen. Daar aangekomen zorgde ik ook voor voldoende time-out momentjes tussendoor. Even de ogen dicht, niks doen, beetje water drinken, naar het toilet. Voor de rit naar huis nam ik eerst afstand van de school, letterlijk en figuurlijk door opnieuw een parkeerplaats op te zoeken en nam ik wederom tussendoor een pauze. En al voelde het zo als een hele wereldreis, dit verleggen van de focus werkte inderdaad ondersteunend. Ik was nog steeds heel moe ’s avonds, maar herstelde hier sneller van.
Wat weer hoop geeft voor de toekomst. Om ondanks eventueel wat restklachten toch steeds beter te kunnen functioneren. Om weer echt aan het werk te kunnen gaan met iets waar ik blij van wordt.  En waarbij hopelijk ook de klachten in de loop van maanden/ jaren zouden kunnen verdwijnen.

Volgende week ga ik weer op wereldreis, maar dan ga ik waarschijnlijk ook mijn eerste eigen groepje sinds maanden zelf draaien!

Wordt vervolgd.

vrijdag 11 mei 2018

Duizeligheid ontrafelt.


Sinds een aantal sessies sluit ik mijn trainingsrondje bij het behandelcentrum af met oefeningen voor mijn ogen. Hoewel het simpel lijkt blijkt het een enorme uitdaging waarbij ik elke keer weer blij ben dat ik het voor elkaar heb gekregen.

Bij deze oefeningen worden er twee bordjes met een streep erop zo’n 40 cm uit elkaar opgehangen. Eerst horizontaal en daarna verticaal. Ik moet dan mijn neus er tussen in richten en dan van links naar rechts of van boven naar beneden kijken waarbij ik alleen mijn ogen mag bewegen. Daarna hetzelfde, maar nu is het eerst kijken, dan mijn hoofd meedraaien naar de streep, vervolgens met alleen mijn ogen naar de andere streep en daarna pas mijn hoofd meedraaien.
De laatste oefening is nog een stukje moeilijker, daarvoor worden er drie strepen in een driehoek opgehangen en moet ik een beweging in een V-vorm maken: van linksboven naar onder, naar rechtsboven, naar onder en weer naar linksboven.
Elke oefening moet twee keer tien keer gedaan worden.



Kun je het volgen? Probeer het maar eens uit met twee of drie punten op de muur. Word je al duizelig? Ik wel en soms nog misselijk erbij ook! En dat is precies waarom ik deze oefening krijg. Vanwege blijvende duizeligheid bij sommige bewegingen. Dit zou daarvoor moeten helpen, zo niet, dan is de volgende stap een bezoekje aan een optometrist en wellicht een prismabril. Maar dat is nu nog niet aan de orde.


De afgelopen week was deze oefening weer een enorme klus en een goed voorbeeld van hoe het werkt als ik iets lastig vind. Mijn ademhaling ging omhoog en ik ging steeds sneller tot ik tenslotte mijn focus kwijt was. De fysio zag het net zo hard gebeuren als dat ik het voelde, ‘niet zo snel, neem de tijd’ was weer eens het devies. En ja, een tandje lager zetten, letten op mijn ademhaling en pas weer verder als ik bij de streep was ‘geland’, hielp zeker.


Omdat het mij ook helpt als ik begrijp wat ik doe en waarom, ging ik op zoek naar meer informatie over mijn duizeligheid, hoe werkt dat eigenlijk?
Het blijkt een ingewikkeld samenspel van de oogspieren, het evenwichtsorgaan en de spieren en positie van de nek. Waarbij er sprake is van een verstoring in de reflexmatige samenwerking tussen het evenwichtsorgaan en de ogen én tussen de ogen en de nek. Hierdoor wordt de vereiste blikstabiliteit niet of onvoldoende gehandhaafd, gaan je ogen het proberen op te vangen met als gevolg een soort van spierpijn in je ogen en de, mij welbekende, duizeligheid.
Helder? Ik kan het wel ergens plaatsen. Ik weet dankzij de verslapping van mijn nekspieren dat ik bewegingen met mijn nek moet hebben vermeden. Daardoor heb ik bewegingsarmoede op diezelfde plaats opgelopen. Deze bewegingsarmoede schijnt verantwoordelijk te zijn voor een aantal vage klachten, waaronder dus die duizeligheid. (bron: https://condite.nl/artikelen_post/visusproblemen-door-nekklachten-na-whiplash/)


Voorlopig ga ik in ieder geval nog even verder met de oefeningen. Blijf ik ook in andere situaties letten op mijn ademhaling en vertragen als het lastiger word. En zorg ik ervoor dat ik gewoon mijn ding blijf doen en blijf bewegen zonder daarin iets te vermijden. Voor zover je dat bewust kunt doen dan. Uitdagingen genoeg zo dacht ik!

zaterdag 28 april 2018

Die verrekte beperkte belastbaarheid!


Vorige keer beschreef ik hoe ik tijdens de eerste periode therapie met mijn neus op de feiten werd gedrukt. Dat was niet de enige keer en het zal ongetwijfeld ook niet de laatste keer zijn. En toch, ondanks de lessen die ik inmiddels heb geleerd, heb ik er nog steeds af en toe moeite mee als ik tegen mijn grenzen aan loop.

Zo was ik met het eerste weekend dat het eindelijk een beetje mooi weer was, een paar weken terug, drie dagen achter elkaar een half uurtje in de tuin bezig geweest. Beetje onkruid trekken, beetje snoeien en wat opruimen. Gewoon rustig aan genieten van het mooie weer, de plantjes die opkwamen en mijn eigen gerommel daar tussendoor. En vooral dat dat weer kon en dat ik er energie voor had.
Na dat half uurtje merkte ik dat het genoeg was geweest voor mijn lichaam. Dat als ik door zou gaan ik over de grens zou stappen en dat het dan werken zou gaan worden in plaats van ontspanning. Dus ook daar was ik tevreden over, dat ik de grens zo mooi op kon merken.
En toen kreeg ik dag vier de rekening gepresenteerd en bleek dat die drie keer er één teveel was geweest. Eigenwijs als ik ben probeerde ik alsnog wat te gaan doen in die tuin, want ja, voorheen deed ik de hele tuin in een middag en nu was ik nog niet eens halverwege en ik was het toch écht van plan geweest. Maar na een kwartiertje moest ik erkennen dat het toch beter was om het te laten liggen tot een volgend mooi weekend. En daar werd ik stiekem best wel even een beetje chagrijnig van. Van dat mijn belastbaarheid blijkbaar nog zo beperkt is dat ik niet eens meer dan een paar keer een half uurtje in de tuin kan werken.


Ik weet echt wel dat ik heel erg tevreden mag zijn met wat ik heb gedaan. Dat het beter is om te kijken naar wat er wél is gelukt en dat het helemaal niet erg is om tot de conclusie te komen om de volgende keer eerst maar eens twee dagen een half uurtje te gaan rommelen. Maar toch wil ik stiekem meer doen dan ik kan, wil ik dat het sneller gaat en mis ik het gevoel van kunnen aan- en doorpakken.
 
Maar het laatste dat ik wil is van deze blog een klaagmuur maken. Daar schiet niemand wat mee op en ik al helemaal niet. En ik weet ook dat in deze actie één van mijn valkuilen zit, namelijk die van teveel actie. Zoals ik al eerder heb gezegd, van te snel te veel willen. Van iets bedenken en dat meteen uit willen voeren, ongeacht wat en dus met het risico van mezelf flink voorbij te lopen. Wat ook al regelmatig is gebeurd. In dat licht gezien is het niet eens zo erg om met mijn grenzen geconfronteerd te worden.

En zo probeer ik het dan ook maar te blijven zien. Ik mag best even balen, dat hoort er ook bij, maar daar ga ik niet in blijven hangen. Na een poosje (en hier en daar mijn hart flink luchten) is het weer genoeg en wil ik kijken naar wat ik wél kan en doe en naar de stappen die ik de goede kant op aan het zetten ben. Hoe klein ze ook zijn, ze zijn er wel!

vrijdag 13 april 2018

Eerste periode behandeltraject.


Inmiddels zit de eerste periode van zes weken therapie er bijna op. Het omvat twee keer in de week ongeveer anderhalf tot uiteindelijk zo’n twee uur fysieke training en tien gesprekken met een psycholoog verdeelt over de hele periode. De afspraken staan in de middag gepland en dat is maar goed ook, want daarna doe ik niet veel meer. In totaal moet ik achttien weken, tot ergens halverwege juli.
Het allereerste begin was euforisch, na een keer of vier kelderde dit gigantisch hard omlaag, waarna ik vervolgens langzaam weer wat omhoog krabbelde.

De fysieke training ziet er als volgt uit. Als ik binnen kom mag ik eerst een minuut of tien wandelen of fietsen op de loopband of de hometrainer, net wat er vrij is. Meestal stap ik op de fiets, op mijn gemakje even opwarmen. Daarna maken we een rondgang met open en gesloten oefeningen. Bij deze oefeningen trainen we de houdingsspieren in de nek, rug en schouders op uithoudingsvermogen, kracht en mobiliteit. Je moet hierbij denken aan een combinatie van fitnessapparaten 2.0 en de meer gewone trainingsmaterialen.
Bij de gesloten oefeningen worden er met behulp van die fitnessapparaten 2.0 bepaalde delen van mijn lichaam vastgezet zodat ik andere delen heel geïsoleerd kan trainen, opbouwend in gewicht. Je kunt letterlijk geen kant op, behalve die waar het apparaat op is gemaakt, dat bepaalt de richting van je beweging. En dat was best even wennen.
Vooral diegene waarbij ik vastgesnoerd zit als in een achtbaanwagentje en er een steun met (nu nog redelijk licht) gewicht tegen mijn achterhoofd aan staat. Ik moet dan mijn kin intrekken en mijn hoofd rustig naar beneden bewegen en weer terug. Deze oefening doet een groot beroep op de spieren in mijn nek, precies het gebied waar ik klachten op heb en was in het begin enorm spannend. Bij een ander apparaat draai ik mijn benen van links naar rechts vanuit mijn middel, of ik beweeg mijn onderarm van binnen naar buiten en daarna andersom in een of andere armsteun, waarbij vooral en bijna ongemerkt de schouderspier getraind wordt.
De meest spannende kwam pas halverwege deze periode aan bod. Al bleek die toen gelukkig een stuk minder spannend dan het eruit zag. Daarbij zit ik in een soort van pilotenstoel, krijg ik een helm op mijn hoofd en moet ik die van links naar rechts bewegen.
Bij de open oefeningen voeren we in feite dezelfde bewegingen uit, alleen moet ik het nu zelf meer sturen en beheersen. Er zijn stokken, handgewichten en wat meer gewone fitnessapparaten om me daarbij te helpen. Al zijn ze voor mij alles behalve gewoon, omdat ik er totaal geen ervaring mee heb. Tot afgelopen week nog moest ik elke keer kijken hoe de fysiotherapeut de oefening uitvoerde voordat ik het zelf een beetje fatsoenlijk na kon doen.
Tijdens de oefeningen word ik heel goed in de gaten gehouden door de begeleidende fysiotherapeut, zodra het niet goed voelt grijpt hij in. Ook de enkele keer dat hij dat eerder zag dan ik het voelde, wat erg prettig was en waardoor ik ook elke keer weer wel de oefeningen in durf te stappen. Daarnaast vliegen er de nodige grappen door de oefenruimte, wat het luchtig maakt voor mij en voor de twee andere cliënten die er aan het werk zijn.

Bij mijn tweede training opperde de fysiotherapeut dat ik voortaan af zou sluiten met de loopband en daarop een hardloopschema zou gaan opbouwen. Dit was namelijk de snelste manier om weer in conditie te komen en wat van die kilo’s kwijt te raken die ik de afgelopen maanden cadeau heb gekregen. Hij vond dat beter bij mij passen dan de fiets, als danstherapeute. En ik weet niet waar het hem precies in zat, maar tot mijn eigen stomme verbazing nam ik de uitdaging aan en jogde ik vervolgens vier keer twee minuten afgewisseld met twee minuten lopen en ging dat niet eens zo heel erg slecht! En dat terwijl ik al maanden (wat zeg ik, al jaren…) heel hard roep dat ik nooit ga hardlopen omdat ik daar een hartgrondige hekel aan dacht te hebben. Mijn man is, als fanatiek loper, er nooit in geslaagd mij zo gek te krijgen. Komt er ineens een fysiotherapeut om de hoek kijken die het in no time voor elkaar krijgt! Die komt dus van goede huize…
Afijn, dit gaf natuurlijk wel een kick, dat ik dat gewoon voor elkaar kreeg zonder met mijn tong op mijn knieën te hangen. Stiekem vond ik het zelfs wel lekker, om gewoon heel simpel te bewegen, zonder er verder bij na te hoeven denken. Ergens ook best logisch als je bedenkt dat ik niet voor niets danstherapeute ben geworden. Dan moet je wel van bewegen houden!

Nog twee trainingen later herstelde ik niet goed meer en kwam ik in een behoorlijke dip. Ik bleef moe en landerig, kon niet meer genieten van de stappen die ik inmiddels had gezet en had thuis het gevoel dat er niets meer uit mijn handen kwam. Ze hadden dit snel in de gaten en er werd een comfortzone training ingelast, wel bewegen, maar even niet verder opbouwen. Dat hielp al wat. Maar wat me vooral goed deed was de nuchtere reactie van de fysiotherapeut. Dat ik het prima deed voor een beginneling. Omdat ik gewend was om te bewegen, in beweging was gebleven én voorwerk had geleverd bij mijn eerdere fysiotherapeut. Daarom hoefde ik niet helemaal vooraan te beginnen. Het liet ook zien dat dit dus mijn belastbaarheid van dit moment was en dat dit best even confronterend mocht zijn, maar dat dit ook weer duidelijk maakte waarom ik daar kwam en dat ik er niet voor niets zat. En vooral dat het echt niet in één keer van (bijna) nul naar 100 kan of hoeft, wat ik natuurlijk wel het liefste had gewild.


Ik werd dus weer even met de neus op de feiten gedrukt, er opnieuw aan herinnerd dat ik de tijd voor herstel kan, mag én moet nemen en dat ik prima bezig ben en vooral zo door mag en wil gaan. Wat ik dus ook zeker ga doen! Wordt vervolgd.




vrijdag 30 maart 2018

Bezoek; de tegenpartij op visite


Nou ja, niet helemaal. Ze stuurden een schade expert vanuit een extern bureau met de opdracht om voor hen waar te nemen.

Van te voren maakte ik me hier behoorlijk druk over. Want in hoeverre zou het een probleem worden dat de bedrijfsarts blijft volhouden dat ik terug kan keren in mijn huidige functie en dat ik dat zelf te risicovol vind? Zouden ze überhaupt ergens een punt van maken? Ik had geen idee wat ik ervan moest verwachten en hoe het zou gaan. Om me er toch een beetje op voor te bereiden zette ik vast op papier tegen welke klachten ik aan liep, hoe het er uit zag voor het ongeluk en hoe het nu ging. Zo kon ik in ieder geval niets vergeten en was het ook een beetje uit mijn hoofd.

Mijn contactpersoon van de rechtsbijstand kwam een half uur eerder om het gesprek voor te bereiden. Ze vond dat ik vooral moest vertellen over de doelgroep waar ik mee te maken had en de toekomstplannen op werkgebied die door het ongeluk doorkruist werden.

Zo gezegd, zo gedaan. Na een introductie over hoe mooi ik woon om het ijs te breken vroeg de mevrouw van de tegenpartij hoe het was, naar mijn klachten en inderdaad ook naar mijn werk. Het maakte indruk dat ik met een doelgroep werkte waarbij je altijd alert moet zijn en waar je een hele dag verantwoordelijk voor bent. Dat ik minder opzag tegen terugkeren naar mijn oorspronkelijke functie, maar dat dit bij mijn huidige werkgever niet meer mogelijk is, was ook duidelijk.
Daarna hebben we het gehad over de trajecten die ingezet zijn en wat de tegenpartij voor mij kon betekenen. Ze was tevreden over de keuzes die ik daarin had gemaakt en vond het niet nodig dat ik op hun kosten nog een traject zou gaan volgen. Het was beter eerst af te wachten wat de al ingezette trajecten zouden gaan opleveren.

Ook informeerde ze naar de thuissituatie. Ze vond het goed van me dat ik zoveel mogelijk zelf bleef doen om in beweging en bezig te blijven, maar dat moest niet te gek worden. Ze bood dan ook aan dat ik op kosten van de tegenpartij op zoek ging naar een tijdelijke hulp in de huishouding voor drie uur per week. Dan kon ik me nog meer richten op mijn herstel en de tijd die vrij kwam gebruiken om bijvoorbeeld buiten wat rond te rommelen. Daar zei ik natuurlijk geen nee tegen!

Als laatste werden de kosten bekeken die ik tot nu toe had gemaakt. Behalve de loonderving omdat ik langer dan een jaar ziek ben, was dat niet veel. De stress over de terugloop in inkomen haalde ze snel uit de lucht door een voorschot voor een half jaar te beloven waarmee ik het gat kon dichten.
Het enige puntje was dat ze moest bekijken of mijn terugval wel een gevolg was van het ongeluk. Hier was ik een beetje verbaasd over want dat was voor mij inmiddels heel duidelijk. Gelukkig stonden er volgens mijn contactpersoon geen onverwachte zaken in alle verslagen van artsen en therapeuten en zou ik me hier niet al te veel zorgen over moeten maken.

Al met al heeft het drie uur geduurd en me aardig wat energie gekost, maar het heeft me ook zeker wat opgeleverd waardoor ik er tevreden op terug kan kijken. Het was goed om me voor te bereiden, maar ook goed om dat op een gegeven moment los te laten. 
Ze komen niet voor niets op huisbezoek. Ze willen de situatie bekijken zoals ik die ook echt is en ik hoefde me niet mooier en beter voor te doen dan ik was. Wat dat betreft heeft het vasthoudend en vooral mezelf kunnen blijven me ook dit keer weer er aardig door heen geholpen.



Note voor de vaste lezers: zoals jullie misschien gemerkt hebben schrijf ik niet meer elke week. Ik heb tijd nodig om bij te komen van de trainingen bij het behandelcentrum en voor de opdrachten vanuit het 2e spoor re-integratie. Hiervan ga ik jullie natuurlijk wel op de hoogte houden, maar dan één keer in de  twee à drie weken. Tot schrijfs!

vrijdag 16 maart 2018

Multitasken? Onmogelijk!


Deze week wil ik jullie mee nemen in een aantal opmerkelijke observaties. Zaken waar ik eerst mijn hand niet voor omdraaide, lukken nu ineens niet meer. Of beter gezegd, het valt me nu heel erg op dat er een aantal dingen veranderd zijn, met name in de focus sfeer. Laat ik hier wat duidelijker over worden.

Voor het ongeluk was ik een kei in multitasken. Ik deed meerdere dingen tegelijk, had alles in de gaten en volledig overzicht. Ik wist precies wanneer wat moest gebeuren en was het soms zelfs voor. Ik kon mijn aandacht zonder enig probleem op een aantal zaken tegelijk richten, drie of vier kinderen die door elkaar praten? Geen probleem, ik had het gehoord.
Maar ik ben nu al een poosje het overzicht kwijt. Mijn man moet mij vaak iets een aantal keer vertellen, omdat ik het de vorige keer niet geregistreerd heb. Ook vergeet ik dingen te doen die ik wel toegezegd zou hebben. Gaan er twee kinderen tegelijk praten, dan hoor ik alleen nog maar geluid. Ik registreer niet wat ze zeggen.
En vooral dat laatste vind ik opvallend. Als één kind iets zegt en ik luister met aandacht, dan komt het over het algemeen goed binnen. Tenzij ze gaan mompelen, ik ondertussen wat anders ga doen of er geluid van wat voor aard dan ook doorheen komt. Dan is mijn focus weg en zijn de woorden niet langer meer als zodanig herkenbaar. Er word zelfs geen innerlijke registratie in mijn hersenen van gemaakt waar ik voorheen nog wel eens op terug kon vallen. Zoals gezegd, het is alleen nog maar geluid.

En dit is echt iets anders dan dingen laten liggen omdat ik te moe ben om het nog te doen. Het lukt me gewoonweg niet.

En nu komt het interessante vraagstuk. Want hoe erg is het om niet meer te kunnen multitasken? Om je volle aandacht te hebben en te houden bij dat ene ding dat je aan het doen bent? Niet meer en niet minder. Om te stoppen als het genoeg is, ook als het nog niet klaar is? Dat is in ieder geval heel erg mindfull en zen. Volledig in het moment zijn is een mooi streven toch?

Ondanks dit weten is er ergens nog dat zeer hardnekkige stemmetje in mijn achterhoofd die vraagt om volledig overzicht. Dat is wat ik deed en zo gewend ben dat het me nu opvalt dat het niet meer lukt. Ik verwacht dus nog even tijd nodig te hebben om te ontwennen aan het multitasken, om te accepteren dat het zo gaat en dat het niet erg is dat ik niet alles meer meteen versta of weet of doe. Maar als het blijft gaan zoals het nu gaat is het geen enkel probleem om dat te leren, lessen genoeg!

Hoe gaat dat bij jou? Ik ben benieuwd!

vrijdag 9 maart 2018

Vasthoudend blijven als je ziek bent


Zoals jullie weten kon ik deze week starten met mijn letselschadetraject/ behandeling. Daar kwam nog een extra cadeautje achteraan. Vandaag is mijn eerste gesprek geweest in het kader van de 2e spoor re-integratie. Eindelijk. Het voelt een beetje als een overwinning, deze hobbel is genomen. Nog meer dan dat is het een kans op herstel en een opening naar een nieuwe toekomst. Ik sta niet meer on hold, maar mag aan de slag, op mijn tempo.

Dat het niet vanzelf ging mag duidelijk zijn. Het is en blijft een complexe situatie waarbij iedereen zijn eigen mening heeft over wat goed is voor mij en ik uit al die adviezen en verplichtingen datgene moet en mag kiezen wat mij het beste past. Ik heb daarbij moeten leren dat dit niet over één nacht ijs kan en ook niet hoeft. Ik heb een paar dagen nodig om te filteren wat ik kan gebruiken en wat niet, om mijn mening erover te vormen en die woorden te zoeken die het ook voor anderen helder maken. En hier dan vervolgens voor te gaan staan, op een rustige en krachtige manier, met respect voor de ander én voor mijzelf.

Dit ging nog wel eens ten koste van mijn slaap en mijn gemoedsrust. Sommige situaties riepen eerst flink wat emoties bij me op. Daaraan toegeven hielp de situatie niet op te lossen, maar het was vaak wel even nodig om er ruimte aan te geven. Die emoties waren er namelijk wel en er tegen vechten geeft ook strijd en stress.  Ze mochten er dus zijn, daar waar ik kon ventileren zonder dat ik er vervolgens op afgerekend werd. Zodat ik daarna weer helder na kon denken over wat ik met de gegeven situatie wilde en de juiste actie kon ondernemen.

Om een voorbeeld te geven, mijn re-integratie traject zou pas van start gaan als ik het verslag ondertekend had dat mijn leidinggevende zou maken van ons laatste gesprek. Toen ik dat verslag kreeg was ik er niet zo blij mee. In hoofdlijnen klopte het met wat we hadden afgesproken, maar verder formuleerde ze een aantal zaken zo dat ik me niet er in kon vinden. Zachtjes uitgedrukt was dat wel even een domper. Ongetwijfeld speelde hier ook een stuk teleurstelling mee dat het weer niet vanzelf ging. En opnieuw was ik dankbaar voor mijn netwerk, de mensen om me heen waar ik in dit soort situaties altijd bij terecht kan om even flink te spuien en te sparren. Ik ben vervolgens een aantal dagen aan het herschrijven geweest, net zolang tot het verslag de situatie weergaf zoals die was en ik mij er wel in kon vinden. Daarna was het snel geregeld.

En dat bedoel ik met vasthoudend blijven. In dit voorbeeld werd het uiteindelijk vrij snel opgelost. Er zullen vast nog een aantal situaties volgen waarbij ik nog meer moet vasthouden aan mijn eigen belangen en daarbij misschien zelfs grover geschud in moet zetten. Maar komt tijd, komt raad en dit was een mooie oefening. Een oefening in niet direct willen reageren, in de tijd nemen om helder te krijgen hoe ik het wil en wat ik nodig heb en daarvoor te gaan staan met respect voor de ander.

Want er is gewoon die extra complicatie. Van vasthoudend moeten zijn als je ziek bent. En dat is niet altijd leuk en zeker niet gemakkelijk. Het kost tijd en energie, soms zelfs meer dan je op dat moment hebt. Tijd is hierin voor mij een sleutelwoord. Om het te laten rusten en te laten rijpen als een mooie fles wijn die je vervolgens uit kunt schenken en waar je van mag genieten.


Lukt het jou om vasthoudend te blijven? Wat doe je daarvoor? Of laat je misschien iets? Laat het me weten!

vrijdag 2 maart 2018

Hoe je met een goede houding je spieren kan ontspannen


Vorige week schreef ik over de loopoefening die ik van de fysiotherapeut mee had gekregen tijdens de intake. De week daarna merkte ik dat deze oefening me hielp in het verder ontspannen van de grote nekspier. Door op deze manier te gaan lopen kon ik mijn schouders wat laten zakken en werd dit gebied eindelijk een beetje soepeler. Wel bleef de pijn aanhouden. Dat vroeg dus om verder onderzoek.

Ik ben al een poos bezig mijn nek en schouders in rusthouding bewust te ontspannen. Zoals ik ook altijd adviseer aan mijn eigen cliënten, merkte ik dat dit het beste ging als ik in bed lag. Dan lig je namelijk vaak al wat meer ontspannen. Afgelopen week merkte ik juist daar op dat ik niet alleen de grote nekspier en daarmee mijn schouders omhoog trok, maar dat ik het ook helemaal boven in de nek aanspande. Daar waar je nek overgaat in het hoofd, trok ik het naar elkaar toe waardoor er spanning op de nek bleef staan. En dat verklaarde naar mijn idee de pijn die ik nog had. Pas toen ik dat los ging laten merkte ik dat ik mijn nek weer lang kon maken en er wat rust in kwam. Ik merkte dat ook mijn houding hierdoor verbeterde.

Beetje technisch verhaal, maar voor mij was het echt een eye opener! Bij dans, en yoga overigens ook, leer je om met je kruintje naar het plafond te gaan staan en je kin iets in te trekken. Je hoofd komt zo recht op je nek te staan waardoor je wervelkolom en spieren hun meest natuurlijke stand aannemen. Dit is voor je lichaam ook de meest ontspannen houding. Als je deze houding toepast bij het zitten, staan en lopen is dat daarmee ook het minst vermoeiend en beter vol te houden.

In de week daarna nam de pijn wat af, wel bleef het gebied nog stijf aanvoelen. Geen idee of dat kwam doordat ik er zoveel aandacht op richtte of dat het was omdat de spieren deze houding zo langzamerhand ontwend zijn. Ook merkte ik dat ik sneller duizelig en wat misselijk werd. Ik heb nu nog geen idee hoe dat dan zit. Maar dat ga ik vast allemaal de komende weken ontdekken, want maandag start ik eindelijk bij het behandelcentrum!

vrijdag 23 februari 2018

En weer een intake

En deze was anders dan de vorige. Logisch ook wel, ik zat op een totaal andere plek met andere mensen voor me. Bovendien was ik vier maanden en een hoop inzichten verder.

De eerlijkheid gebied me te zeggen dat ik niet naar een revalidatiecentrum ga, maar naar een behandelcentrum voor bewegen en functioneren. Overeenkomst is dat het bij beide een multidisciplinair traject is met zowel psychologische als fysiotherapeutische begeleiding. Verschillen zijn er ook, voor zover ik dat kan beoordelen. Het revalidatietraject heeft een revalidatiearts die een behandelplan maakt en omvat ook groepsgesprekken. Het letselschadetraject heeft geen revalidatiearts en is volledig maatwerk en dus vooral individueel. En dat laatste spreekt mij, eigenwijs als ik ben, toch wel heel erg aan. Ik verwacht dat ik hier mijn eigen ingezette weg het beste kan vervolgen met natuurlijk de nodige nieuwe inzichten.

Voor deze intake moest ik weer een aantal vragenlijsten invullen. Dit keer maar vier, waarvan één op papier. Vergeleken met de 11 van de vorige keer was dat toch wel een verademing. De lijsten zelf verschilden niet veel van elkaar. Inhoudelijk hadden ze met die vier net zo veel informatie over mij en mijn functioneren en klachten als bij die eerdere 11.

De intake zelf omvatte twee gesprekken, één met de psycholoog en de ander met de fysiotherapeut die ook een aantal testen deed. Beide van ongeveer een uur en vergelijkbaar met de vorige intake, therapeuten die een indruk van mij en mijn klachten probeerden te krijgen en ik die dat zo goed mogelijk probeerde weer te geven.

Het fysiotherapeutisch onderzoek was wel wat anders. Dit keer werd de mobiliteit van de grote rugspieren ook meegenomen. Daar is bij mij, als danser, niet veel mis mee gelukkig. Conclusie was dus ook dat de uitdaging vooral ging zitten in het verder versterken en ontspannen van de nek- en schouderspieren en het vergroten van mijn uithoudingsvermogen en belastbaarheid.

Ik kreeg ook meteen een oefening mee. Ik bleek uit zelfbescherming aangeleerd te hebben mijn schouders op te trekken. Uit een soort van veiligheid om de nekspieren te ontzien en pijn te ontlopen. Ik moest dus gaan lopen op een hoger tempo omdat je dan niet kan  gaan denken en daarbij mijn schouders wat mee laten bewegen. Loslaten en laten gaan. Ik vond vooral het verschil in houding veelzeggend. Met opgetrokken schouders voelde het defensief en gesloten, meebewegen maakte het opener en meer ontspannen. Voor de rots en water trainers onder ons, de strandhouding! Oftewel, weer een gevalletje van theorie ( je houding heeft invloed op je stemming en andersom) die betekenis krijgt vanuit ervaring.


Deze houding ben ik de volgende dag gaan oefenen. En grondig als ik ben, niet alleen bij het lopen, maar ook bij het autorijden en het salsadansen die avond. Misschien voel je het al aankomen, daar kwam een rekening achteraan. De dag daarna kon ik op mijn buik schrijven, mijn nek deed zeer en weer zo moe! Tja, ook dit gebeurt dus. Loslaten hoeft niet in één keer en mag ik in stapjes doen. Dus bewust de momenten kiezen dat ik de oefening toepas en daarna de boel maar weer even wat op slot zetten, zodat mijn spieren en mijn hersenen kunnen wennen aan de overgang. Oftewel, mezelf toestaan de tijd te nemen die ik nodig heb. 

Fijn weekend allemaal!

vrijdag 16 februari 2018

Goed nieuws en wat het effect daar dan van is

En toen kwam er ineens schot in de zaak, gelukkig! Wat is er gebeurd?

Als eerste wilde mijn leidinggevende de financiering van het revalidatie traject op zich nemen. Daarnaast ging zij ook akkoord met het voorgestelde 2e spoor re-integratie traject.
Ik heb diezelfde dag nog mijn aanmeldingsformulier naar het behandelcentrum gemaild en werd de volgende dag al gebeld voor een intake. Deze heeft inmiddels plaatsgevonden, hierover volgende week meer. Het is nu wachten op het voorgestelde behandelplan en goedkeuring van de offerte van beide trajecten van mijn leidinggevende. Zodra dat er door is kan ik bij wijze van spreken dezelfde dag nog starten!

Gek hoe het zo kan lopen. Ook mooi om te merken wat het effect was op mijn fysieke gesteldheid. Zoals ik vorige week beschreef hoe ik reageerde op tegenslag, merkte ik nu ook dat deze positieve wending weldadig werkte. Ik voelde me de dagen daarna lichter en meer ontspannen.

Samen met mijn fysiotherapeut keek ik terug op deze observaties en combineerde dat met onze gezamenlijke kennis en wat ik inmiddels op internet langs had zien komen. Whiplash gerelateerde klachten komen voor een groot deel voort uit overprikkeling. Hersenen reageren veel sneller en heftiger op bijvoorbeeld een pijnprikkel. Als een soort Pavlov reactie is dit veel te hoog ingesteld. 

Waar ik de afgelopen periode mee bezig ben geweest, is die reactie hier en daar omdraaien. Mijn hersens voor de gek houden door de beweging net even anders uit te voeren of er een positieve gedachte tegenover te zetten. Ik heb door alle omstandigheden de ruimte gehad om prikkels op te zoeken waar en hoe ik dat wilde en vooral wanneer en voor hoe lang. En daarna had ik de tijd voor rust en ontspanning, wat nodig is om te kunnen herstellen en uit die Pavlov reactie te kunnen komen. 

Wat echter vaak gebeurt in ‘Whiplashland’ is dat mensen te maken krijgen met verzekeraars en instanties die niet mee werken, werkgevers die geen begrip tonen en behandelaars die cliënten door de pijn heen laten trainen. Soortgelijke ervaringen als degene die ik vorige week beschreef. Allemaal stressoren die juist die Pavlov reactie verder inslijpen, waardoor de cliënt niet herstelt, of zelfs te maken krijgt met een klachtenverergering. Zie dan maar eens geen patiënt te worden!


Wat ik hier nu mee wil zeggen? Misschien wat begrip voor mensen met een whiplash of een andere chronische ziekte. Je bent niet alleen en zeker niet gek! Ja, je mag de tijd nemen die je nodig heb en ja, het mag af en toe (of heel vaak) niet gaan zoals jij dat het liefst zou willen. Dat hoort erbij en ook dat gaat weer een keer over. Blijf vooral geloven in jezelf, blijf op zoek naar wat jou helpt en naar de geluksmomentjes op een dag, al is het maar een kleintje.

En verder voor iedereen en zeker ook voor mezelf, houd moed, volg je gevoel en gebruik je (gezonde) verstand, hoe lastig het soms ook is. Dan weet je wat de juiste weg is!


Iedereen een rugzak

Enig tijd terug alweer, zat ik in een bijzonder gesprek waar het onderwerp ‘rugzakje’ ter sprake kwam. Het zette een en ander mooi in pers...