vrijdag 23 februari 2018

En weer een intake

En deze was anders dan de vorige. Logisch ook wel, ik zat op een totaal andere plek met andere mensen voor me. Bovendien was ik vier maanden en een hoop inzichten verder.

De eerlijkheid gebied me te zeggen dat ik niet naar een revalidatiecentrum ga, maar naar een behandelcentrum voor bewegen en functioneren. Overeenkomst is dat het bij beide een multidisciplinair traject is met zowel psychologische als fysiotherapeutische begeleiding. Verschillen zijn er ook, voor zover ik dat kan beoordelen. Het revalidatietraject heeft een revalidatiearts die een behandelplan maakt en omvat ook groepsgesprekken. Het letselschadetraject heeft geen revalidatiearts en is volledig maatwerk en dus vooral individueel. En dat laatste spreekt mij, eigenwijs als ik ben, toch wel heel erg aan. Ik verwacht dat ik hier mijn eigen ingezette weg het beste kan vervolgen met natuurlijk de nodige nieuwe inzichten.

Voor deze intake moest ik weer een aantal vragenlijsten invullen. Dit keer maar vier, waarvan één op papier. Vergeleken met de 11 van de vorige keer was dat toch wel een verademing. De lijsten zelf verschilden niet veel van elkaar. Inhoudelijk hadden ze met die vier net zo veel informatie over mij en mijn functioneren en klachten als bij die eerdere 11.

De intake zelf omvatte twee gesprekken, één met de psycholoog en de ander met de fysiotherapeut die ook een aantal testen deed. Beide van ongeveer een uur en vergelijkbaar met de vorige intake, therapeuten die een indruk van mij en mijn klachten probeerden te krijgen en ik die dat zo goed mogelijk probeerde weer te geven.

Het fysiotherapeutisch onderzoek was wel wat anders. Dit keer werd de mobiliteit van de grote rugspieren ook meegenomen. Daar is bij mij, als danser, niet veel mis mee gelukkig. Conclusie was dus ook dat de uitdaging vooral ging zitten in het verder versterken en ontspannen van de nek- en schouderspieren en het vergroten van mijn uithoudingsvermogen en belastbaarheid.

Ik kreeg ook meteen een oefening mee. Ik bleek uit zelfbescherming aangeleerd te hebben mijn schouders op te trekken. Uit een soort van veiligheid om de nekspieren te ontzien en pijn te ontlopen. Ik moest dus gaan lopen op een hoger tempo omdat je dan niet kan  gaan denken en daarbij mijn schouders wat mee laten bewegen. Loslaten en laten gaan. Ik vond vooral het verschil in houding veelzeggend. Met opgetrokken schouders voelde het defensief en gesloten, meebewegen maakte het opener en meer ontspannen. Voor de rots en water trainers onder ons, de strandhouding! Oftewel, weer een gevalletje van theorie ( je houding heeft invloed op je stemming en andersom) die betekenis krijgt vanuit ervaring.


Deze houding ben ik de volgende dag gaan oefenen. En grondig als ik ben, niet alleen bij het lopen, maar ook bij het autorijden en het salsadansen die avond. Misschien voel je het al aankomen, daar kwam een rekening achteraan. De dag daarna kon ik op mijn buik schrijven, mijn nek deed zeer en weer zo moe! Tja, ook dit gebeurt dus. Loslaten hoeft niet in één keer en mag ik in stapjes doen. Dus bewust de momenten kiezen dat ik de oefening toepas en daarna de boel maar weer even wat op slot zetten, zodat mijn spieren en mijn hersenen kunnen wennen aan de overgang. Oftewel, mezelf toestaan de tijd te nemen die ik nodig heb. 

Fijn weekend allemaal!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Iedereen een rugzak

Enig tijd terug alweer, zat ik in een bijzonder gesprek waar het onderwerp ‘rugzakje’ ter sprake kwam. Het zette een en ander mooi in pers...