Midden in mijn zelfonderzoek naar de oorsprong van mijn
off-days, waar ik in mijn vorige blog over schreef, had ik een afspraak met
mijn magnetiseur. En daar kreeg ik toch wel een beetje op mijn kop.
Ik had de laatste weken ook weer last van mijn nek. Een
soort van beurs gevoel, anders dan in het begin. Volgens de magnetiseur was dit
een pijn die voortkwam uit de spanning die ik door dagelijkse stress, op mijn
nek zette.
Volgens hem werden die klachten niet langer veroorzaakt door
de schade die het ongeluk had opgeleverd. Dat is geheeld door de tijd. De
‘whiplash’ gaat bij mij nu werken als alarm. Pijn in de nek zou zo
langzamerhand een signaal zijn dat aangeeft dat ik mezelf onder de loep moet
nemen, of ik nog wel op de juiste manier bezig ben zeg maar. En ik moest hem
hier gelijk in geven, gevoelsmatig klopte het in ieder geval.
Hij gaf ook nog aan dat ik op dat moment weer in mijn oude
patroon dreigde te stappen. De stress waar ik in zat zou maken dat ik teveel
bezig ging vanuit mijn hoofd, teveel op denkniveau zou zitten. Waardoor ik
voorbij ging aan mijn gevoel, aan doen wat goed voelde. Bovendien zorgde dat er
ook voor dat ik zo moe was. Bezig zijn vanuit je hoofd koste volgens hem veel
meer energie, dat slurpte me leeg. En ook daar moest ik hem gelijk in geven.
En dus ging ik er mee aan de slag en nam ik mezelf weer eens
onder de loep. Want ik wilde toch wel graag vooral energie krijgen uit wat ik
allemaal deed. Er komen namelijk nogal wat leuke dingen op mijn pad en daar wil
ik zeker mee door kunnen gaan, maar dan op wel op een blijvende, gezonde manier.
Dus wat was wijsheid, hoe werkt het eigenlijk als ik vanuit mijn hoofd aan de
slag ga en hoe buig ik dat om naar bezig zijn vanuit gevoel en hart?
En al klinkt dit misschien wat zweverig, de uitwerking is
een stuk concreter!
In mijn vorige blog schreef ik al dat, als ik bezig ga vanuit
mijn hoofd, ik tien stappen vooruit ben en mijn voeten uit het oog verlies. Zo
voelt het ook, ik zit met mijn aandacht en mijn ademhaling hoog, frons mijn
voorhoofd en span spieren in nek, hoofd en schouders aan. Het is een
concentratie waarbij ik het contact met mijn lichaam en mijn ademhaling verlies.
En dan is het lijstjes afwerken; dit doe ik eerst, dan dat en daarna dat. Ik
plan vanuit wat praktisch is en wat ik vind dat moet gebeuren. Normen en hoe
het hoort of iets zou moeten, gaat dan een rol spelen.
Daaruit stappen is simpel en moeilijk tegelijk. Want uit je
hoofd komen gaat het best door in beweging te komen en wat te gaan doen en dat
kan ik als geen ander. Maar het is meer dan dat, het is gaan bewegen en tegelijk
mijn aandacht naar mijn voeten brengen. Gaan bewegen en daarbij bewust(er) adem
te halen. Het is terug bewegen, van met mijn aandacht voor en hoog, naar laag
en achter; bijna achterover leunen. Oftewel te gronden terwijl ik bezig ben.
En die pas op de plaats die ik de vorige keer benoemde is
ook van belang. En dat maakt het zo moeilijk, want als ik eenmaal bezig ben wil
ik het liefste door en verlies ik me dus in mijn enthousiasme en drive om iets
af te maken. Een pas op de plaats terwíjl ik bezig ben betekent dat ik alert
moet zijn op het nemen van een time-out. Ben ik nog aanwezig in het moment? Is
alles nog oké of is het tijd voor wat anders/ voor een pauze? En dat wil ik nog
weleens over slaan. Dus ook daarvoor is het van belang om de voetjes op de
vloer te houden, bewust te zijn van mijn ademhaling en achterover te blijven
leunen.
Wat doe jij om je voetjes op de vloer te houden?