In de afgelopen weken werd me duidelijk dat zo goed mogelijk
herstellen niet langer meer bovenaan mijn prioriteitenlijstje staat. De grote
stappen zijn gezet en ook de fine-tuning is bijna klaar. Het plafond is zo goed
als bereikt en natuurlijk zit dit onder mijn ‘oude’ niveau en hoop ik het in de
komende jaren nog wat omhoog te kunnen krijgen. Maar daar ligt niet langer mijn
focus. Die is verschoven naar het opbouwen van een leven buitenshuis en
specifieker naar een werkend leven.
Ik realiseerde me ook dat ik nu pas echt goed aan reïntegreren
toe kom. Nu pas, bijna een jaar na mijn ontslag en anderhalf jaar na mijn
betermelding. Normaal gesproken is dit verweven met je revalidatie, maar
aangezien er bij mij vrij weinig via de normale weg gaat, volgt ook dit zijn
eigen route.
En eerlijk gezegd heb ik hier toch ook wel weer een dubbel
gevoel over. Want het is natuurlijk super tof dat ik eindelijk mijn uren
buitenshuis kan gaan opbouwen. Wat overigens óók betekent dat het balletje voor
mijn praktijk begint te rollen en dat voelt sterk en goed. Ik geniet enorm van
de lessen die ik mag geven, de positieve reacties van de dansers, van het
werken met mijn eerste cliënten en zéker dat ik voor vol wordt aangezien en als
professional serieus wordt genomen.
Maar het opbouwen van uren gaat zeker ook niet vanzelf. Ik
heb op dit moment bijna wekelijks een off-day, kom zelfs net uit een behoorlijk
heftige. En dat was niet leuk, zachtjes uitgedrukt. Maar het schudde me weer wakker
voor hoe ik erin stond en met mezelf bezig was en ik heb de tijd genomen om
daarbij stil te staan.
Want met die conclusie, dat ik nu pas echt aan reïntegeren
toe kom, realiseerde ik me dat ook dit weer niet in één keer goed hoeft te gaan
én dat ik het niet alleen hoef te doen. Ik heb onder andere besloten om hier
mijn loopbaancoach in te gaan betrekken, eerder was hij al mijn
reïntegratiecoach dus hij kent me inmiddels al een beetje.
Een andere conclusie was dat ik met het opbouwen van uren
buitenshuis, naar een nieuwe balans moet gaan zoeken. En dat was (is) wel een
belangrijke conclusie. Uit mijn regelmatige off-days maakte ik op dat die
namelijk een beetje zoek was. Beetje boel zelfs af en toe. En dat weet ik onder
andere aan mijn enthousiasme en gedrevenheid.
Twee kwaliteiten die heel goed van pas komen bij het
opbouwen van een eigen praktijk, maar ook een valkuil kunnen zijn. Want in dat
enthousiasme kan ik me aardig verliezen en wat nog belangrijker is, in dat
enthousiasme verlies ik uit het oog wat goed is voor mij en wat ik nodig heb. Dan
wil ik tien stappen vooruit en heb ik niet meer in de gaten waar mijn voeten
zijn.
Ik ben dus weer even terug naar de basis gegaan. Terug naar per
dag bekijken wat ik echt moet doen, wat ik nodig heb en vooral ook waar ik zin
in heb. Afgewisseld met voldoende rust en een pas op de plaats vóór ik aan iets
nieuws begin.
Hoe houdt jij grip op je balans?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten