In mijn vorige blog vertelde ik dat mijn juriste na zou gaan
of de berekeningen klopten. Inmiddels is er het een en ander gebeurd en pakken
we de draad weer op waar ik gebleven was.
In een mail van mijn juriste kreeg ik te horen dat de
berekening van het UWV zeer waarschijnlijk niet juist was. Al was het
onduidelijk hoe zij precies aan deze berekening kwamen. Het UWV had haar wel de
formulieren van hun beslissing gestuurd, maar daar stond niet de exacte berekening
in. Wij vermoedden echter allebei dat het was berekend zoals het mij was
uitgelegd; dat ze het loon van december, inclusief eindejaarsuitkering, met
twaalf hadden vermenigvuldigd. En dat had volgens mijn juriste maximaal keer
acht moeten zijn, het aantal maanden dat ik op mijn salaris was gekort. De
vraag bleef natuurlijk of dit realistisch was, want als ik niet gekort was
wegens ziekte had ik ook niet acht keer een eindejaarsuitkering extra gehad.
De manier waarop mijn ex-werkgever zijn berekening had
gemaakt, was echter ook niet juist. UWV zou dit daarom niet als richtinggevend
gaan zien, was de verwachting. Dit alles maakte het toch wel spannend hoe het
voor mij uit zou gaan pakken.
We waren allebei niet verbaasd toen de beslissing op de mat
viel en het UWV met een nieuwe berekening kwam. Dit keer gingen ze uit van het
maandsalaris zónder eindejaarsuitkering. Alleen viel mijn dagloon nu zelfs làger
uit dan het bedrag dat mijn ex-werkgever had genoemd. Waarbij het ging om een
verschil van ongeveer vijftien euro. Lijkt misschien niet veel, maar dat maakt
echt wel uit als je over een hele periode van uitkering kijkt. We hebben het
hier tenslotte over het bedrag dat ik per
dag uitgekeerd ga krijgen.
Mijn juriste ging maar weer eens aan het rekenen. Klopte de
berekening dit keer wel? Ze stuurde mij ook de beslissing op het bezwaar toe,
zodat ik mee kon kijken.
Al vrij snel viel het mij op dat ik in werkelijkheid in de
maanden mei en augustus een salaris had gekregen dat hoger was dan het loon dat
het UWV ervoor in de plaats had genomen. In mei had ik natuurlijk een vakantietoeslag
gekregen en in augustus een bindingstoelage (een onderwijsdingetje). In gesprek
met de juriste trokken we de conclusie dat deze beide toeslagen niet
meegerekend werden, wat wel had moeten gebeuren. Hierdoor viel mijn uitkering te
laag uit, wat volgens de wet niet mag. En dit was voldoende aanleiding om een
beroepsschrift in te dienen bij de rechtbank. Daar ligt het nu te wachten tot
er een rechter tijd heeft om ernaar te kijken.
Ik maak me hier eerlijk gezegd nu niet zo heel erg druk over.
Ja natuurlijk, je zou verwachten dat instanties als het UWV weten waar ze mee
bezig zijn. Het is toch wel een beetje vreemd dat een gewone burger als ik zo
op moet letten of er wel recht gedaan wordt in uitzonderlijke situaties en dat
ik werk over moet gaan nemen van mensen waarvan je mag verwachten dat ze weten
wat ze doen. Het geeft me weer het gevoel midden in een soapserie te zijn
beland!
Maar aan de andere kant levert het óók een mooi verhaal op
en kan ik er wel om lachen. Al weet ik niet of ik dat nog steeds doe als de
rechtbank me straks geen gelijk gaat geven.
Maar dat is iets van latere zorg en daar ga ik vooralsnog
niet vanuit. Ik laat er in ieder geval niet mijn dagen door verpesten! Het
leven gaat gelukkig gewoon door.
Wordt vervolgd!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten