Doen wat kan is momenteel uitgangspunt, maar ik merkte de
afgelopen dagen dat er toch stiekem wat normen, denkbeelden en verwachtingen in
aan het sluipen waren. En die observatie leverde vervolgens een paar mooie
inzichten op die ik graag met jullie deel.
Als ik terugkijk naar mijn uitval voor de herfstvakantie heb
ik daarna wel even flink gas terug genomen. Ik kon niet anders, ik was op. Ik deed
dus het hoognodige en verder niet. Maar zodra het weer een beetje beter ging
ben ik wat dingen erbij op gaan pakken. Dat kwam voort uit de volgende
gedachte: in beweging blijven is goed. Maar daaronder zat een angst om stil en nog
verder terug te vallen en in een soort van passiviteit terecht te komen
waardoor ik alleen maar verder van huis zou raken en het herstel moeizamer en
langer zou duren. En die angst zorgde ervoor dat de balans tussen mezelf bezig
blijven houden op weg naar een herstel en daarin doorslaan en over mijn grenzen
gaan wat fragiel was.
Een paar dagen geleden sprak ik een collega. Ze vroeg me of
ik soms tijd nodig had om te herstellen. Die tijd krijg ik door alle
omstandigheden namelijk ruimschoots. Dat zette me weer eens aan het denken.
Want gaf ik mezelf die tijd eigenlijk wel? Stond ik mezelf wel voldoende toe om de ruimte te nemen achterover te leunen als dat nodig is? En daar zag ik een knelpunt. Er sudderen namelijk onderhuids een aantal oordelen die ik over mezelf en de situatie heb. Ik vind namelijk ergens ook dat het veel te lang duurt, ik ben volgende week alweer een jaar ziek. Ik vind ook dat ik veel verder hersteld zou moeten kunnen zijn. Ik vind dat ik mezelf beter zou moeten kunnen begeleiden als danstherapeute en dat mijn klachten inmiddels minder zouden moeten zijn. Ik baal er stiekem dagelijks wel een keer van dat ik zo veel moe ben, heel vaak vroeg in bed lig en mijn man weer alleen beneden laat zitten. Ik stoor mezelf aan mijn korte lontje en dat ik niet naar een kind kan luisteren en koken tegelijk. De spanning in mijn schouder- en nekspieren vielen me steeds meer op en wat je aandacht geeft groeit, dus je kunt wel raden wat er gebeurde. En daar had ik ook weer bepaalde gedachtes over. Want het zat me in de weg en ik wilde er van af, het moest vooral ophouden en wegblijven. Wat dus niet gebeurde en daar baalde ik dan ook weer van. Vermoeiend hè?
Want gaf ik mezelf die tijd eigenlijk wel? Stond ik mezelf wel voldoende toe om de ruimte te nemen achterover te leunen als dat nodig is? En daar zag ik een knelpunt. Er sudderen namelijk onderhuids een aantal oordelen die ik over mezelf en de situatie heb. Ik vind namelijk ergens ook dat het veel te lang duurt, ik ben volgende week alweer een jaar ziek. Ik vind ook dat ik veel verder hersteld zou moeten kunnen zijn. Ik vind dat ik mezelf beter zou moeten kunnen begeleiden als danstherapeute en dat mijn klachten inmiddels minder zouden moeten zijn. Ik baal er stiekem dagelijks wel een keer van dat ik zo veel moe ben, heel vaak vroeg in bed lig en mijn man weer alleen beneden laat zitten. Ik stoor mezelf aan mijn korte lontje en dat ik niet naar een kind kan luisteren en koken tegelijk. De spanning in mijn schouder- en nekspieren vielen me steeds meer op en wat je aandacht geeft groeit, dus je kunt wel raden wat er gebeurde. En daar had ik ook weer bepaalde gedachtes over. Want het zat me in de weg en ik wilde er van af, het moest vooral ophouden en wegblijven. Wat dus niet gebeurde en daar baalde ik dan ook weer van. Vermoeiend hè?
Wat ik daarmee feitelijk deed is vechten tegen de situatie.
En ineens vielen er kwartjes. De theorie van doen wat kan en accepteren wat er is
ken ik als danstherapeute als geen ander. Maar wat het werkelijk betekent komt
nu in een heel ander daglicht te staan. Doen en accepteren zijn werkwoorden.
Het is het onder de loep leggen van opkomende gedachtes bij lichamelijke en/ of
mentale ongemakken, daarin liefdevol kunnen blijven voor mezelf en het zo nodig
omdraaien naar een helpende gedachte. Het is toelaten van wat er is, het er
laten zijn en de tijd nemen om te onderzoeken wat ik op dat moment nodig heb,
wil en kan doen, of juist niet. En het is ook uitzoeken hoe ik de dingen die er
nu eenmaal moeten gebeuren zo kan doen dat het in balans is met mijn dagritme
en energiehuishouding.
Het zijn daarnaast ook werkwoorden die horen bij mijn herstelproces. Een proces dat gaat met vallen en opstaan dat langzaam aan vorm aan het krijgen is. Het is geen kwestie van teruggaan naar hoe het was, dat kan niet. Het is een veranderings- en ontwikkelingsproces waarbij ik er van uit ga dat ik er beter uitkom, uiteindelijk, in welke vorm dan ook. En dat proces gaat niet lineair, maar circulair waarbij ik elke keer een klein stapje verder kom. Ook al zie ik dat op dat moment misschien niet in en ook dat is prima.
Al met al is het een bijzonder leerproces met flinke keutels
naast kostbare pareltjes. Maar wie heeft gezegd dat het makkelijk zou zijn?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten